Massacommunicatie en -media Flashcards

1
Q

Injectienaaldtheorie

A

Gaat er van uit dat de zender via een massa medium, instaat is een boodschap in het hoofd van zijn ontvanger te spuiten & schieten. Dus boodschappen van de zender worden via de plaatsing in de media ingespoten in de hoofden van het publiek. Het publiek wordt dus als passieve mediagebruikers gezien want ze nemen alles op in termen van wat de media hun verteld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

agendasetting-theorie

A

beschrijft de mogelijkheid van de media om de onderwerpen op de agenda van de bevolking te bepalen. De theorie heeft ook invloed op de politieke agenda.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

opiniefunctie

A

Door het verstrekken van informatie door de media, draagt het bij aan het politieke debat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Mediaconcentratie

A

Media concentratie is een recent fenomeen waar mediagroepen fuseren of via overnames grote concerns worden met een grote greep op de markt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Marktsegmentering

A

Het opdelen van de media markt in doelgroepen. Zenders zijn gericht op een bepaalde doelgroep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Vertrossen

A

Is het proces waarin populaire cultuur steeds meer op amusement en minder op educatie gericht is. Popmuziek vervangt bijvoorbeeld opera. Soaps vervangen theater. Ook wel aangeduid met vervlakking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Zwijgspiraal theorie

A

Ging ervan uit dat de macht van de media ervoor zorgt dat mensen het lastig vinden hun mening uit te spreken als deze afwijkt van de meest voorkomende mening.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Meerzijdige communicatie

A

Bij meerzijdige communicatie is iedere deelnemer zowel zender als ontvanger. Voorbeelden hiervan zijn een gesprek tussen mensen, een discussie of een forum.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

commissariaat van de media

A

een door de wet aangesteld orgaan dat de mediawet controleert. De wet regelt de toelating tot het omroepbestel en stelt eisen aan de publieke omroepen onder andere om te zorgen voor mediapluriformiteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waakhondfunctie

A

Controleren functioneren overheid en publieke organisaties, aan de kaak
stellen van tekortkomingen in beleid of functioneren politici;

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

duaal omroepbestel

A

zowel publieke omroepen als commerciële zenders actief.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Marktsegmentering

A

de markt wordt opgedeeld in verschillende segmenten/delen en richt zich op bepaalde doelgroepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Two-step-flow theorie

A

Media is machtig op het gebied van het overtuigen van mensen. Informatie komt aan bij de opinieleiders (krantenlezers). De opinieleider gebruikt de informatie om invloed uit te oefenen op mensen die niet of nauwelijks de krant lezen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

uses-and-gratifications-theorie.

A

is een benadering om te begrijpen waarom en hoe mensen actief op zoek gaan naar specifieke media om aan specifieke behoeften te voldoen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

zwijgspiraaltheorie

A

theorie die ervan uitgaat dat de macht van de media maakt dat mensen geen afwijkende meningen meer durven te geven, waarna deze meningen als het ware verdwijnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Medialogica

A

Nieuws wordt steeds vaker gebracht in vormen die hun betekenis niet zozeer ontlenen aan de inhoud van het nieuws, maar eerder aan de specifieke eigenschappen van het medium. De logica van het medium bepaalt in sterke mate de vorm van het publieke debat en beïnvloedt de wijze waarop dit wordt gevoerd.