Arbeid en verzorgingsstaat Flashcards

1
Q

Sociale Partners

A

Dit zijn werkgevers en werknemers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Sociale stratificatie

A

Dit zijn sociale lagen in de samenleving. De indeling van de bevolking in lagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Taylorisme

A

Dit is een proces van enorme kapitaalintensivering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De algemeen verbindend verklaring (AVV)

A

Wanneer een cao algemeen verbindend wordt verklaard, betekent dat dat de betreffende cao-afspraken niet uitsluitend gelden voor de bedrijven en werknemers aangesloten bij de werkgevers- en werknemerspartijen die de cao hebben afgesloten, maar ook toepasselijk worden verklaard op alle overige bedrijven in de betreffende sector die aan de cao-definitie voldoen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De kern van het mededingingsrecht

A

Het doel van het mededingingsrecht is om effectieve concurrentie te verzekeren. Dit gebeurt door middel van een verbod op gedragingen die eerlijke concurrentie in de weg staan. Voorbeelden hiervan zijn het kartelverbod, het misbruikverbod en controles op de naleving van de Europese mededingingsregels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De kern van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de rechten bij langdurige ziekte of zorg.

A

De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) zorgt ervoor dat iedereen kan meedoen in de maatschappij. De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoer van de Wmo en biedt diverse voorzieningen aan om dit mogelijk te maken, of we verwijzen u door naar de juiste organisatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Inkomensnivellering

A

Verkleining van het verschil in inkomen tussen de laagste en de hoogste inkomensgroepen. In het omgekeerde geval is sprake van ‘denivellering’. Het steeds sterker ingrijpen van de overheid via belastingen en uitkeringen heeft een sterke nivellering veroorzaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Het CPB

A

Het CPB is een onafhankelijk economisch onderzoeksinstituut. Het levert economische analyses en ramingen (berekeningen) die van belang zijn voor het beleid. De ramingen vormen de officiële basis voor de rijksbegroting. In het jaarlijkse werkplan legt het CPB vooraf vast welke thema’s het gaat onderzoeken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De Stichting van de Arbeid;

A

De Stichting van de Arbeid (StvdA) is het Nederlandse landelijk overlegorgaan van de centrale organisaties van werkgevers en van werknemers. Samen worden zij ook wel ‘sociale partners’ genoemd. De Stichting heeft een belangrijke rol in het vormgeven van de Nederlandse arbeidsverhoudingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De SER

A

De Sociaal-Economische Raad (SER) is een adviesorgaan waarin ondernemers, werknemers en onafhankelijke deskundigen (kroonleden) samenwerken, om tot overeenstemming te komen over belangrijke sociaal-economische onderwerpen. De SER adviseert de regering en het parlement over het sociaal-economisch beleid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De ACM

A

De Autoriteit Consument & Markt (ACM) is een onafhankelijke toezichthouder die zich sterk maakt voor goed werkende markten voor mensen en bedrijven, nu en in de toekomst. De ACM houdt met dat doel toezicht op de mededinging, een aantal specifieke sectoren en het consumentenrecht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Tayloristische organisaties

A

Het Taylorisme (Scientific Management) is een ontwerpprincipe voor bedrijven om een zo hoog mogelijk efficiëntie te realiseren. Op een wetenschappelijke manier wordt het werk (vooral bij productiebedrijven) ingericht om de productiviteit te optimaliseren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Professionele organisaties

A

Is geen organisatie die professioneel werkt, maar een organisatie waar van de werknemers professionals zijn. Zoals universiteiten, ziekenhuizen, kranten, advocaten- en accountantskantoren, softwarehuizen en consultancy-firma’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hiërarchische versus platte organisaties

A

Hiërarchische organisaties: Een verticale of hiërarchische structuur is de traditionele, formele top-down benadering. De directeur, bestuurder of CEO staat aan de top en heeft veel macht en invloed op de besluitvorming. Medewerkers in alle lagen van de organisatie hebben duidelijke taken en verantwoordelijkheden.

Platte organisaties: Een platte organisatiestructuur verwijst naar een organisatie met weinig tot geen tussenliggende managementlagen tussen de werknemers en de managers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

zelforganisaties

A

Zelforganisatie is het proces waarbij in een chaotisch systeem structuren ontstaan doordat de onderdelen van het systeem ongeleid interacties met elkaar aangaan. Het proces kan spontaan zijn als er voldoende energie beschikbaar is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

De financiering van de verzorgingsstaat, in het bijzonder met gebruikmaking van de begrippen ‘omslagstelsel’ en ‘kapitaaldekkingsstelsel’.

A

Omslagstelsel: Een omslagstelsel is een stelsel waarbij de uitkeringen betaald worden door de benodigde premies (voor de uitkeringen) in een bepaald jaar te laten betalen door de werkenden van dat moment.

Kapitaaldekkingsstelsel: Kapitaaldekkingsstelsel is een pensioenterm die systemen aanduidt waarin begunstigden voor hun eigen pensioen sparen. De ingelegde pensioenpremie wordt belegd en kapitaal plus investeringsopbrengsten vormen de basis voor de pensioenbetalingen.

17
Q

Het Mattheuseffect.

A

Het mattheuseffect is de sociologische vakterm voor het rijker worden van de rijken en het armer worden van de armen. Hij is gebaseerd op een vers in de parabel van de talenten in het evangelie volgens Matteüs, 25:29.

18
Q

fordisme

A

Systeem van organisatie van het productieproces waarin de lopende band, waarmee het werk naar de mensen wordt gebracht, een hoofdrol speelt.

19
Q

human capital

A

Human capital of menselijk kapitaal is een verzamelnaam voor kennis, vaardigheden en ervaring van werknemers

20
Q

keynesianisme

A

keynesianisme is een economische school die gebaseerd is op de ideeën van John Maynard Keynes (1883-1946). Volgens de economen van deze stroom, leiden de markten niet uit zichzelf tot een economische optimalisering.

21
Q

Sociotechniek

A

Sociotechniek is een bedrijfskundige stroming gericht op het verbeteren van het functioneren van mens en organisatie door aanpassing of herontwerp van werkprocessen en organisatie van de techniek of diensten én van de menselijke arbeidstaken.

22
Q

Toyotisme

A

Werken in teams die zelf verantwoordelijk zijn voor eventuele ( technische) storingen in de lijn of fouten in het product of productieproces.

23
Q

nepotisme

A

Nepotisme is in ruimere zin het begunstigen, door autoriteiten of bedrijven, van familieleden of vrienden, door ze in hoge functies te benoemen of door ze opdrachten te gunnen.

24
Q

Het protestantse arbeidsethos volgend Weber

A

In zijn beroemde boek Die protestantische Ethik und der Geist des Kapitalismus (1905) poneerde hij de stelling dat het protestantisme mensen er in ethische zin toe aanzette om hard te werken en weinig geld uit te geven. Dit protestantse arbeidsethos leidde volgens Weber tot een accumulatie van kapitaal.

25
Q

De theorie van Maslov

A

piramidemodel. De theorie beschrijft in vijf fasen wat de mens motiveert en focust op het vervullen van behoeften. Deze behoeftepiramide van Maslow suggereert dat mensen gemotiveerd zijn om in basisbehoeften te voorzien voordat ze verder gaan met andere, meer geavanceerde behoeften.

26
Q

De functie en werking van de ILO

A

De International Labour Organization (Internationale Arbeidsorganisatie) werd opgericht in 1919 en is sinds 1946 verbonden aan de VN. De ILO heeft als doel het bevorderen van sociale rechtvaardigheid.