Maligne slijmvliestumoren in het NKO-gebied Flashcards

1
Q

Bij welk geslacht komen hoofd- en halstumoren het vaakst voor?

A

Mannen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Op welke plaatsen komen hoofd- en halstumoren het vaakst voor?

A

De lip of mondholte, de oropharynx en de larynx.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de etiologie van tumoren van de tonsillen?

A

HPV-besmetting met types 16 of 18.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Juist of fout?

Rokers met een tumor hebben een betere prognose dan HPV-patiënten met een tumor.

A

Fout, HPV-patiënten hebben betere prognose dan patiënten die elke dag roken of drinken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de etiologie van tumoren van de sinussen?

A
  • Plaveiselcelcarcinoom: roken
  • Adenocarcinoom: houtbewerking en lederindustrie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welk soort hout is het ‘gevaarlijkst’ voor het ontwikkelen van sinonasale adenocarcinomen.

A

Tropisch hardhout.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de etiologie van nasopharynxcarcinomen?

A
  • EBV (Epstein Barr virus)
  • Genetische voorbeschikking
  • Gerookte voedingswaren
  • Geografisch: Chinese bevolking (Zuid-Oost Azië in algemeen) lijden hier meer onder dan andere bevolkingsgroepen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Juist of fout?

Lymfekliermetastasen zijn vaak het eerste klacht van plaveiselcelcarcinomen.

A

Juist.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Juist of fout?

Adenocarcinomen van de nasopharynx kunnen zich presenteren met metastasering naar de voorste hersengroeven.

A

Juist.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Op welke lip komen de meeste liptumoren voor? Waarom?

A

De onderlip omdat de zon van boven naar beneden schijnt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de symptomen van mondholte / lip tumoren?

A
  • Pijnlijke slijmvliesplek of verdikking
  • Slecht passende gebitsprothese
  • Trismus: kaakklem (mond gaat niet goed open)
  • Onverklaarde oorpijn (gerefereerd)
  • Harde zwelling in de hals (metastase!) vaak eerste symptoom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de symptomen van nasopharynxcarcinomen?

A
  • Eerder jonge patiënt, piek rond 4e à 5e decade
  • Eenzijdige neusobstructie, epistaxis
  • Dysfunctie van buis van Eustachius (otitis!)
  • Uitval van hersenzenuwen (abducens, trigeminus, hypoglossus)
  • Halsklieropzetting vaak bilateraal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de symptomen van een oropharynxcarcinoom?

A
  • Dysfagie en odynofagie
  • Halsklieropzetting
  • Trismus: kaakklem
  • Stemveranderingen, hot potato voice
  • Gerefereerde oorpijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de symptomen van een hypopharynxcarcinoom?

A
  • Dysfagie en odynofagie
  • Halsklieropzetting
  • Gerefereerde oorpijn
  • Heesheid: indien groei door larynx
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het meest voornaamste symptoom bij een glottistumor?

A

Heesheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de symptomen van een larynxtumor in de supraglottis?

A

Eerst dysfagie en odynofagie, gerefereerde oorpijn, pas later heesheid en stridor.

17
Q

Wat zijn de symptomen van een larynxtumor in de subglottis?

A

Stridor dikwijls 1e klacht.

18
Q

Waarom doen er zich geen stemklachten voor bij larynxtumoren in de subglottis?

A

Deze regio gebruik je enkel voor de ademhaling, niet om te spreken.

19
Q

Geef de kenmerken van heelkunde in de mondholte.

A
  • Goede toegankelijkheid
  • Histologisch radicale resectie met marge 2 cm macroscopisch
  • Voorkomen van zoveel mogelijk functieverlies
  • Herstel van waterdichtheid
20
Q

Beschrijf de radial forearm flap.

A

Bij de heelkunde van een tumor in de mondholte, wordt de reconstructie gedaan op basis van een huidflap met de a. radialis. De bloedvaten van de flap worden geanastosomeerd met de a. thyroïdea superior en de v. jugularis interna.

21
Q

Geef de kenmerken van heelkunde in de larynx.

A
  • Mutilerend
  • Voor histologisch radicale resectie met marge noodzaak tot verwijderen van het strottenhoofd
  • Geen spraak meer met stembanden
  • Ademhaling definitief via opening boven het borstbeen, voeding per os
22
Q

Heeft primaire chemotherapie nut bij tumoren van het hoofd-halsgebied? Waarom wel / niet?

A

Neen, slechts 2% van de patiënten heeft een goede respons hierop.

23
Q

Wat is een indicatie voor immunotherapie?

A

Gevorderde, hervallen of metastatische ziekte.

24
Q

Wat is de respons bij immunotherapie?

A

Slechts 15% respondeert maar indien er een goede respons is, is deze wel langdurig.

25
Q

Wat is de prognose van kleine tumoren zonder lymfekliermetastasen?

A

80% 5-jaarsoverleving.

26
Q

Wat is de prognose van grotere tumoren met lymfekliermetastasen?

A

50% 5-jaarsoverleving.

27
Q

Wat doet invasie van de mandibula met de prognose?

A

De 5-jaarsoverleving wordt gereduceerd tot 20-30%.