M&P Flashcards

1
Q

mensen met wie je samenleeft

A

sociale omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

maatschappij

A

de mensen in het land waarin je samenleeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

maatschappelijke problemen

A

armoede, economische crisis, criminaliteit, milieuproblemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

kenmerken maatschappelijk probleem

A

1) sociaal probleem
2) verschillende meningen over oplossing
3) beste oplossing = politiek samen met burgers en organisaties
4) probleem krijgt veel aandacht in de media

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

burgerinitiatief

A

plan van de burgers om een maatschappelijk probleem aan te pakken. Je kunt hierbij handtekeningen verzamelen, dan weet de gemeente dat er veel mensen achterstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

democratie

A

een bestuursvorm waarbij burgers invloed hebben op de politieke besluitvorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

burgervinvloed in een democratie kan door:

A

1) stemmen, of jezelf verkiesbaar stellen
2) lid worden van een politieke partij
3) contact opnemen met politici
4) demonstreren of een handtekeningenactie houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kenmerken democratie

A

1) macht is verdeeld over verschillende groepen die elkaar controleren
2) burgers hebben grondrechten
3) burgers hebben stemrecht
4) er is persvrijheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kenmerken dictatuur

A

1) burgers geen grondrechten
2) er is maar 1 politieke partij, die van de dictator
3) sterk leger, zodat de burgers zich rustig houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

In de grondwet staan de grondrechten, zoals:

A

1) Gelijkheidsbeginsel (geen discriminatie)
2) Kiesrecht (je hoeft aan niemand te vertellen op wie je hebt gestemd)
3) Vrijheid van godsdienst
4) Vrijheid van meningsuiting
5) vrijheid van onderwijs
6) Persvrijheid
7) Doodstraf kan niet worden opgelegd
8) recht op privacy

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verenigde Naties

A

opgericht 1945 het doel was een wereldoorlog voorkomen

  • ze bemiddelen bij conflicten tussen landen, dan sturen ze soldaten: worden blauwhelmen genoemd
  • ze bieden hulp in nood bij natuurrampen
  • ze vragen landen de mensenrechten te respecteren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

UVRM (universele verklaring van de rechten van de mens

A

Recht op:

  • vrijheid van meningsuiting
  • eerlijk proces door een onafhankelijke rechter
  • recht op onderwijs
  • recht op voldoende levensstandaard
  • recht om deel te nemen aan de politiek
  • controleren voor de VN is lastig, omdat de VN zich niet mag bemoeien met binnenlandse problemen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Media

A

Nieuwsberichten TV, Radio en internet, gemaakt door journalisten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Kenmerken nieuws

A

1) actueel
2) bijzonder (komt niet vaak voor)
3) Negatief (vaak gaat het over slechte gebeurtenissen)
4) interessant voor veel mensen
5) bekende personen
6) Beelden, als dit er is komt het vaker in de media

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Feit

A

is iets dat echt waar is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Mening

A

wat jij vindt, ander woord is standpunt

17
Q

Kun je een feit controleren?

A

Ja

18
Q

Waarmee kun je een feit bewijzen?

A

met bronnen:

1) woordenboek
2) encyclopedie
3) internet

19
Q

waaraan kun je een mening herkennen

A

ik vind, volgens mij etc

20
Q

Als je argumenten geeft aan je mening wat doe je dan

A

dan onderbouw je mening; je legt uit waarom je iets vindt

21
Q

Wat doet de media

A

1) ze controleren de politiek,

2) ze informeren de samenleving

22
Q

Geïnformeerde burgers zijn betrokken burgers. Wat doen ze bij problemen?

A

Contact met politici of de gemeenteraad.

23
Q

Functies van media in een democratie

A

1) informatieve functie
2) controlerende functie
3) Meningsvorming (verschillende perspectieven)
4) Agendafunctie: door de media wordt de politiek ook geïnformeerd over zaken die spelen in de samenleving, waardoor ze dit ook gaan behandelen.

24
Q

Journalisten en de grondwet

A

ze hebben extra rechten: brongeheim