M&O 2 Flashcards

1
Q

Wat is politiek

A

maken van keuzes en nemen van besluiten om een land, provincie of gemeente te besturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn politici

A

mensen die van politiek hun beroep hebben gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is de overheid

A

alle politici en ambtenaren samen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Niveaus van besluiten

A

Europa, Land, provincie gemeente

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn politieke dilemma’s

A

moeilijke keuze tussen twee mogelijkheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is een compromis

A

middenweg, alle partijen geven een beetje toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Knelpunten van de Nederlandse politiek

A

1) Kloof tussen burgers en politici
2) Tegengestelde belangen
3) besluitvorming duurt lang
4) besluiten door de EU

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Noem drie kinderrechten

A

1) bescherming tegen kinderarbeid
2) recht op onderwijs
3) recht op zorg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is links in de politiek

A

1) gelijkwaardigheid
2) overheid moet veel doen om zwakkeren te beschermen
3) minder ongelijkheid in geld en macht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is rechts in politiek

A

1) Vrijheid
2) burgers moeten vrij zijn in hun keuzes
3) Overheid zorgt voor veiligheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het midden in politiek

A

1) samenwerken tussen burgers
2) Burgers moeten voor elkaar zorgen
3) Overheid bemoeit zich alleen als ze er niet uit komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is bureaucratie

A

Zaken moeten met veel officiële papieren en formulieren geregeld worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Oplossingen voor knelpunten

A

1) Kloof: referendum
2) bureaucratie: minder regels, meer automatiseren
3) tegengestelde belangen: compromis
4) EU: kies een lokale vertegenwoordiger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly