lj3 H2 begrippen Flashcards
absolute ouderdom
de ouderdom gemeten in jaren
(radioactiviteit)
dagbouw
winning van delftstoffen in de openlucht
fossiel
een versteend overblijfsel of afdruk van een dier of plant
fossiele brandstoffen
de brandstoffen bruinkool, steenkool, aardolie en aardgas die ontstaan zijn uit miljoenen jaren oude resten van planten en dieren
gidsfossiel
fossiel dat in een relatief klein gebied en korte tijd leefde. Met gidsfossielen kun je de absolute ouderdom vaststellen van de gesteentelaag waarin ze voorkomen
inkolingsproces
proces waarbij plantenresten onder hoge druk en temperatuur eerst in veen, daarna in bruinkool en ten slotte in steenkool veranderen
Kenozoïcum
Tijdvak in de geologische geschiedenis waarin we nu leven en dat 2,6 miljoen jaar geleden begon.
Warme en koude klimaten wisselen elkaar af. Het is de periode van de zoogdieren
kritieke grondstoffen
grondstoffen die economisch belangrijk zijn, maar de aanvoer niet betrouwbaar is.
massa-extinctie
het massaal uitsterven van planten en dieren
Mesozoïcum
Tijdvak in het geologische geschiedenis dat duurde van 250 tot 65 miljoen jaar geleden. Pangea valt uit elkaar en onze huidige continenten ontstaan. Het is het tijdperk van dinosaurïrs en ammonieten
metamorf gesteente
gesteente dat door hoge druk en hoge temperatuur veranderd is. Een voorbeeld is marmer dat uit kalksteen ontstaat
moedergesteente
het gesteente waarin aardolie en aardgas zijn ontstaan
Paleozoïcum
tijdvak in de geologische geschiedenis dat duurde van 550 tot 250 miljoen jaar geleden. Nadat de continenten eerst uit elkaar bewogen ontstond later Pangea. Het is het tijdperk van de trilobieten.
precambrium
Tijdvak in de geologische geschiedenis dat duurde van 4600 tot 550 miljoen jaar geleden. Aan het eind ontwikkelden zich de eerste levensvormen aan het aardoppervlakte.
relatieve ouderdom
de volgorde waarin bepaalde gesteenten of fossielen zijn ontstaan. Meestal geldt: hoe dieper, hoe ouder
reservoirgesteente
het poreuze gesteente waarin zich aardolie en aardgas vannuit het moedergesteente
sedimentgesteente
gesteente dat opgebouwd is uit lagen zand en klei die over elkaar heen werden afgezet. De losse deeltjes verharden tot gesteente door druk van bovenliggende lagen.
Voorbeelden zijn zandsteen en kalksteen.
stollingsgesteente
Gesteente ontstaan door afkoeling van magma. Voorbeelden zijn graniet en kwarts.
oorspronkelijke horizonaliteit
de lagen worden oorspronkelijk horizontaal afgezet
superpositie
jongere lagen liggen op de oudere lagen (oudste onder)