Lipidenverlagers Flashcards

1
Q

Streefwaarde LDL patienten met HVZ < 70 jaar

A

< 1,8 mmol/L

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Streefwaarde LDL patienten met HVZ > 70 jaar

A

< 2,6 mmol/L

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer wordt er niet gestart met lipidenverlagende middelen? (2)

A
  • Kwetsbare ouderen zonder HVZ
  • Geschatte lage levensverwachting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Lipidenverlagers (4 klassen)

A
  • Statines
  • Fibraten
  • Galzuurbindende harsen
  • PCSK9-remmers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Werkingsmechanisme statines

A

HMG-CoA reductase remmers en remmen hiermee de vorming van cholesterol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Statines (4)

A

Simvastatine, rosuvastatine, atorvastatine en pravastatine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Belangrijkste nadelige effecten statines waar je voor moet uitkijken (2)

A
  • Rhabdomyolyse
  • Spierpijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Na wat voor tijd hebben statines effect? + gevolg

A

2 jaar, dus bij kwetsbare ouderen met een lage levensverwachting, wordt in principe niet meer gestart met een statine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Belangrijkste effect + ander effect van statines

A
  • Upregulatie van de LDL-receptoren op de hepatocyt. (belangrijkst!)
  • Afname circulerende triglyceriden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke statines voor de nacht nemen en waarom?

A

Statines met korte halfwaardetijd: simvastatine en pravastatine
(aangezien cholesterol voornamelijk ’s nachts wordt aangemaakt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Leg het polymorfisme bij statines uit

A

Het transporteiwit SLCO1B1 is verantwoordelijk voor de afvoering van statines naar de lever.
Een genetische variatie in SLCO1B1 is geassocieerd met een verlaagde transporter-activiteit en statine-gerelateerde myopathie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke statines bij een gewenste LDL daling <40%? (3)

A

› atorvastatine 10 mg 1×/dag
› rosuvastatine 5 mg 1×/dag
› simvastatine 40 mg 1×/dag ’s avonds

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke statines bij een gewenste LDL daling >40%? (2)

A

› atorvastatine 20 mg 1×/dag
› rosuvastatine 10 mg 1×/dag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke statine Bij chronisch gebruik van CYP3A4-remmende of –inducerende middelen

A

› pravastatine 40 mg 1×/dag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Werkingsmechanisme ezetimibe

A

Ezetimibe blokkeert de intestinale en biliaire cholesterolabsorptie en verlaagt zo de LDL-C en non-HDL-C (icm statine meer effect)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bijwerkingen ezetimibe (4)

A
  • Buikpijn
  • Diarree
  • Winderigheid
  • Vermoeidheid.
17
Q

PCSK9-remmers (2)

A
  • Evolocumab
  • Alirocumab
18
Q

Werkingsmechanisme PCSK9-remmers

A

PSCK9-remmer bindt aan circulerend PCSK-9 en voorkomt daarmee de afbraak van LDL-receptoren –>
Zorgen voor een stijging van de LDL-receptor expressie in de lever, waardoor de LDL- en cholesterol-levels in het bloed worden verlaagd

19
Q

Wanneer worden PCSK9-remmers vergoed?

A

Alleen worden vergoed als alle statines geprobeerd zijn en als het wordt gebruikt in combinatie met ezetimibe

20
Q

Groot nadeel PCSK9-remmers

A

Intraveneuze toediening (1 keer per half jaar)
(Infectie risico)

21
Q

Bijwerkingen PCSK9-remmers (3)

A
  • Jeuk
  • Verschijnselen van de bovenste luchtwegen
  • Reacties op de injectieplaats