Atriumfibrilleren Flashcards
Wat voor hartslag kenmerkt AF?
Een volledig onregelmatig en meestal versneld ritme (irregulaire pols)
Wat is het risico van AF?
Het ontstaan van stolsels (door stilstaand bloed bijvoorbeeld in het hartoor) die vast kunnen lopen in de circulatie
Stap 1 behandeling atriumfibrilleren
Identificeren en behandelen onderliggende oorzaak.
Stap 2 behandeling atriumfibrilleren
‘Rhythm control’: Herstellen en handhaven van het sinusritme (met name bij de jongere patiënt), bijvoorbeeld met chemische cardioversie
Geneesmiddelen voor chemische cardioversie (3 + werking)
- Eenmalig flecaïnide: blokkeert de natrium- en kaliumkanalen van het hart
- Eenmalig propafenon: verminderd de invoer van natrium in het hart
- Langdurig amiodaron (blokkeert de kaliumkanalen in het hart)
Stap 3 behandeling atriumfibrilleren
Rate control’: Controle van de ventrikelfrequentie (<110/min in rust) bij persistent / permanent AF
Eerste en tweede keuze geneesmiddelen voor rate control (zonder hartfalen)
- Betablokker (metoprolol MGA)
- Calciumantagonist (diltiazem of verapamil) (add-on bij betablokkers)
–> vertraging van de AV-geleiding
Welke middel gebruik je als er sprake is van hartfalen?
Digoxine
Nadeel chemische cardioversie
Hoge recurrence
Bij welke patienten proberen ze met name een chemische cardioversie
Jonge leeftijd
Welke middelen geef je bij AF om het trombo-embolisch risico te reduceren en op basis van wat?
VKA’s/cumarines of DOAC’s (gelijkwaardig)
Op basis van CHADS2-VASc- score
Wanneer terughoudendheid met DOAC’s? (3)
Bij kwetsbare ouderen, bij patiënten met ernstig nierfunctieverlies en mogelijk slechte therapietrouw → dan liever VKA
Bij wie adviseer je sowieso anticoagulantie met AF? (2)
Alle vrouwen > 65 jaar en alle mannen > 75 jaar
Bij patiënten > 75 jaar met een contra-indicatie voor VKA of DOAC is
acetylsalicylzuur niet effectief om …
een herseninfarct bij AF te voorkomen