lets afspreken Flashcards
Aanstaand(e)
Upcoming
Aanraden
Recommend
Als
As
Avondeten
(het) dinner
Barbecueen
To do a barbacue
Bestellen
Ordering
Biertje
(het) Small bier
Boodschap
(de) Message
Broodje
(het) Small bread
Compleet
Complete
Doorgaan
To continue (literally means to go through)
Doorgeven
To pass something
Ik kom eraan
Im on my way
Examen
(het) exam
Garage
(de) Garage
Gebruiken
To use
Horen
Gehoord, to hear
Geld
(Het) Money
Gesloten
Closed
Smaken
Gesmaakt, to taste
Groeten
Regards
Hoek
(de) Corner
Hoofdgerecht
(het) Main dish
Inderdaad
Indeed
Kapot
Broken
Keuze
Choice
Kiezen
To choose
Klaar
Clear
Klinken
To sound
Koken
To cook
Komend(e)
Coming
Kwijt
Lost
Verliezen
To loose
Laat
To let
Lunch
Lunch
Megaan
Go along (marcharse)
Menukaart
Menu card
Moe
Tired
Moeite
Effort
Moeilijk
Difficult
Na
After
Naast
Next
Ober
Waiter (man)
Serveerster
Waitress
Ontbijt
(het) breakfast
Over drie weken…
In three weeks
Om 20:30
At 20:30
Voor de film ga ik …
Before the film I go…
Na de film drinken…
After the film we drink…
Ik wek op mandaag tot 17.00 uur
I work on Tuesday until 17.00
Van 13.00 tot 21.00
From 13.00 to 21.00
Tussen 12.30 uur en 14.00 uur
Between 12.30 and 14.00
Op dinstag
On Tuesday
In het weekend
In the weekend
Aanstaande zondag
Next Sunday
Komende woensdag
Comins weekend
Raden
To guess
Regenen
To rain
Roepen
Schildereij
(het) painting
Schilderijen
To paint
Sfeer
(de) environment/atmosphere
sleutel
(de) key
spannend
exciting
Sturen
Send
tandarts
(de) dentist
tas
(de) bag
telefoneren
to call by telephone
terras
(het) terrace
terugbelt
call back
toetje
(het) dessert
Ik heb trek
I am hungry