Les 10.10.2024 Flashcards
1
Q
Stubborn
A
Kopig
2
Q
Dramático/exagerado
A
Overdreven
3
Q
happy
A
blij
4
Q
before
A
voordat
5
Q
born place
A
geboorteland
6
Q
zumo
A
sap
7
Q
orange
A
sinasappel
8
Q
Qué significa…?
A
Wat betekent …?
9
Q
compulsory
A
verplicht
10
Q
Mainland
A
Vasteland
11
Q
border
A
grenst
12
Q
length
A
de lengte
13
Q
De lengte van de landsgrens … (amounts to) 1027 km
A
bedraagt
14
Q
while
A
terwijl
15
Q
coastline
A
kustlijn
16
Q
een groot deel van nederland is … (formed) uit de delta van de rijn, de maas, en de Schelde.
A
gevormd
17
Q
río
A
rivieren
18
Q
Centuries struggle
A
Eeuwenlange strijd
19
Q
influencia
A
invloed
20
Q
design
A
inrichting
21
Q
ever since
A
al sinds
22
Q
middle age
A
middeleeuwen