les 8 Flashcards

1
Q

cultuur

A

betekenis gevende achtergrond van gedragingen, normen en waarden , gewoontes en tradities, rituelen, klederdracht,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

voorbeelden van parallelle culturen

A
  • stad en platteland
  • christenen en protestanten
  • noorden versus zuiden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

homogeen

A

mensen leefden samen met mensen die sociologisch gezien veel kenmerken deelden (= monoculturaliteit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

secularisering

A

invloed van de kerk verdwijnt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

culculerende burger

A

maakt een kosten-baten analyse van wat de gevolgen zijn van allerlei handelingen, ook het niet-naleven van regels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

interventie taboe

A

niet tussenkomen in keuzes van anderen, maar wilt niet zeggen dat je akkoord bent met de keuze

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

tolerantie

A

aanvaarden van dingen waarmee je eigenlijk niet akkoord bent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

gedoogdcultuur

A

interventie taboe leidt tot gedoogdcultuur. tolereren van dingen die formeel gezien toegelaten zijn. soms vanuit gedoogdcultuur naar legalisering; abortus, euthanasie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

likeable

A

wij doen wat sociaal gewaardeerd wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

geïmmigreerde bevolking

A

personen in het buitenland geboren die officieel in België verblijven. omvat zowel personen van vreemde nationaliteit als personen die belg geworden zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

vreemdelingen

A

personen zonder belgische nationaliteit die offcieel in België verblijven. ongeacht of ze in belgie of in het buitenland geboren zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

personen van vreemde origine

A

personen die niet als belg geboren zijn en officieel in belgie verblijven. sommige zijn belg geworden, anderen niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

allochtonen

A

zij zelf of hun ouders kwamen naar belgie vanuit een land met een andere cultuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

acculturatie

A

is een proces waarbij een groep culturele of sociale kenmerken van een andere groep overneemt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

acculturatie theorie van John W Berry; 4 manieren

A
  • integratie
  • segregatie
  • assimilatie
  • marginalisatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

integratie

A

mensen slagen erin om cultuur trouw te blijven en zich ook aanpassen aan de nieuwe cultuur

17
Q

segregatie

A

men past zich aan naar het land waar ze verblijven

18
Q

assimilatie

A

je blijft niet vast aan de eigen cultuur en je past je aan, aan de nieuwe cultuur

19
Q

marginalisatie

A

kunnen zich niet vinden in segregatie en assimilatie, staan in spreidstand tussen 2 culturen en vinden geen evenwicht.

20
Q

5 cultuur dimensies

A
  • machtsafstand
  • collectivisme en individualisme
  • masculiniteit en feminiteit
  • onzekerheidsvermijding
  • lange of kortetermijn gerichtheid
21
Q

oorzaken voor grote verschillen tussen diverse migranten en etnische minderheden onderling(3)

A
  • kwantitatieve dimensie –> zeer grote toename van etnische culturele diversiteit
  • kwalitatieve dimensie –> groeiende diversiteit binnen de diversiteit
  • majority-minority cities –> meerderheid bestaat uit minderheden