Les 7 TOPOI (deel 1) Flashcards

1
Q

Benoem de gebieden van topoi

A
Taal
Ordening
Personen
Organisatie
Inzet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Taal (+tips)

A
Wat is ieders verbale en non-verbale taal?
- Verbaal
- Non-verbaal
- Context
Tips:
   - eenvoudig taalgebruik
   - Open navragen wat er begrepen is
   - Belang moedertaal
   - Veiligheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ordening (+ tips)

A

Wat is ieders kijk op de kwestie? (waarheid)
> iedereen handelt vanuit eigen logica
> jouw kijk op de werkelijkheid = mogelijkheid

Tips:

  • Laat verschillen en op zoek naar gemeenschappelijke
  • bewust eigen bril
  • positief herkaderen
  • oordeel niet, voordat je in iemands schoenen hebt gestaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Personen (+ tips)

A

Hoe ziet en ervaart ieder zichzelf, de ander en de onderlinge relatie?
Relationele aspect van communicatie
Rollen en verwachtingen

Tips:

  • vanuit welke functie of taak spreek ik met ander?
  • Wat verwacht ik van ander? En andersom
  • Gastvrij
  • Empathie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Organisatie (+ tips)

A

Hoe ziet de institutionele context eruit? (macht)
Interpersoonlijk
Beleidsniveau
Samenleving

tips:

  • zoek balans tussen consequent zijn en begrip tonen
  • voorkom uitsluiting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Inzet

A

Wat zijn ieders beweegredenen, emoties, waarden, behoeften, verlangens? (het appel)
elk mens heeft:
- Positieve inzet
- binnen en buitenkant

Vraag jezelf:

  • Wat zijn de motieven voor dit gedrag?
  • Waar doet iemand zijn best voor?
  • Voelt de ander zich erkend in zijn motieven?

Tips:

  • begrip hebben zonder waardeoordeel (is niet hetzelfde als ermee eens zijn)
  • wees bewust van effecten van je communicatie
  • laat merken dat je de inzet van de ander ziet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Competentieloosheidscompetentie

A

Besef en acceptatie dat in ontmoeting met ander altijd onoverkomenlijke rest van onzekerheid en niet-weten blijft.
Wie de ander is en hoe zij zal reageren > kan altijd anders zijn dan verwacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Circulariteit van communicatie

A

In communicatie altijd sprake van gelijktijdige beinvloeding, en meestal onbewust beinvloeding van heersende historische en actuele sociale representaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Diversiteitsbewuste communcatie

A

Bewuste omgang met overeenkomsten en verschillen die zich in de communicatie voordoen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Erkennen

A

Kijken vanuit perspectief ander

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Inclusief denken en handelen

A

Bewust zijn van de overeenkomsten en verschillen en openstaan voor verschillen in communicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Sociale representaties

A

Historische en actuele collectieve ervaringen van groepen en de actueel heersende beelden, opvattingen, betekenissen, waarden en normen in de sociale context van de betrokkenen
Hebben vaak onbewust invloed op interpersoonlijke communicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Systeem- en communicatietheorie

A

Watzlawick: het gedrag, de communicatie van een persoon kan slechts begrepen worden in de context van alle sociale systemen ook wel collectieven genoemd, waarin een individu verkeert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

TOPOI-model

A

Systematiek van aandachtspunten en mogelijke interventies die ingezet kan worden in elke communicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly