les 5: spijsvertering res Flashcards
mond
os, ora
voorvoegsel mond
or(o)-
mond, kleine opening, ook opening in de huid bij de aanleg van een kunstmatige mond
stoma, stomata
voorvoegsel mond/ artificiele mond
stomat(o)-
droog
xeros
tong
lingua
voorvoegsel tong
gloss(o)-
lip
labium, labia
voorvoegsel lip
cheil(o)-
tand
dens, dentes
voorvoegsel tand
odont(o)-
steen
liet (litho)
steenvorming
lietiasis
tandbederf
caries, cariës
speeksel
saliva
voorvoegsel speeksel
sial(o)-
klier
adeno
tandvlees
gingiva
keel
pharynx
voorvoegsel keel
pharyng(o)-, faryng(o)-
kleine zweertjes in de mond
aphtha(e), aft(en)
amandel
tonsil, tonsilla of amygdala
instrument voor tomie (achtervoegsel)
-toom
slokdarm
oesophagus
voorvoegsel slokdarm
oesophag(o)-
vernauwing
stenose
maag
gaster
voorvoegsel maag
gastr(o)-
ingewand, darm
intestinum
dunne darm
intestinum tenue
12-vingerige darm
duodenum
nuchtere darm
jejunum