Les 5 Rechten en grondrechten Flashcards

1
Q

WMO

A

Wet maatschappelijke ondersteuning.
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de ondersteuning van mensen die niet op eigen kracht zelfredzaam zijn.
Bijv.
-begeleiding en dagbesteding;
-ondersteuning om de mantelzorger tijdelijk te ontlasten;
-een plaats in een beschermde woonomgeving voor mensen met een psychische stoornis;
-opvang in geval van huiselijk geweld en mensen die dakloos zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Participatiewet

A

De wet moet ervoor zorgen dat meer mensen werk vinden, ook mensen met een arbeidsbeperking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De overheid

A

Heeft veel macht en bezit veel kennis over zijn burgers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Een democratie

A

Het volk regeert, zij stemmen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kenmerken van een democratie

A
  • Vrije en geheime verkiezingen
  • Volksvertegenwoordiging (gemeente, prov. staten)
  • Machtenscheiding (trias politica: rechter, wetgevende, uitvoerende)
  • Politieke gelijkwaardigheid
  • Grondrechten
  • Vrije media
  • Maatschappelijk middenveld (samen demonstreren)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kenmerken van een rechtsstaat

A
  • Machtenscheiding
  • Onafhankelijke rechtspraak
  • Legaliteitsbeginsel -> overheid kan jou aan de wet houden als hij is ingegaan.
  • Voor de burgers, overheid organiseert dit.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Klassieke grondrechten

A

-Gelijkheid
-Vrijheid van meningsuiting
-Vrijheid van godsdienst
(respecteren persoonlijke levenssfeer)

“Vrijheid van …”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Sociale grondrechten

A

Over gebieden als:

  • Werkgelegenheid
  • Woongelegenheid
  • Onderwijs
  • Sociale zekerheid
  • Volksgezondheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Verticale werking grondrechten

A

Overheid maakt grondrechten om burgers te beschermen.

Burgers kunnen bij overtreding de overheid aanklagen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Horizontale werking grondrechten

A

Een grondrecht van de ene burger kan strijden met grondrecht van een andere burger.
Grondrechten zijn niet volledig/compleet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Herziening grondwet

A
  • Recht op een eerlijk proces
  • Vrijheid van drukpers wordt uitgebreider door internet
  • Vrijheid van meningsuiting wordt ook vrijheid om informatie te ontvangen.
  • Persoonlijke levenssfeer (privacy) wordt uitgebreid met bescherming persoonsgegevens.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer participatiewet?

A
  • Als er niet op een werknemersverzekering of een andere sociale voorziening beroep kan worden gedaan.
  • Als het inkomen in het huishouden lager is dan het sociaal minimum dat van toepassing is.
  • Als er slecht een gering vermogen is
  • Uitvoering door de gemeente
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Voorwaarden algemene bijstand

A
  • Informatieplicht
  • Rechtmatig verblijf in Nederland
  • Er alles aan doen om algemeen geaccepteerde arbeid te krijgen/te behouden
  • Gebruik maken van voorzieningen die gericht zijn op arbeidsinschakeling
  • Aangeboden maatschappelijk nuttig werk verrichten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Je hebt geen recht op een uitkering als:

A
  • Je studiefinanciering krijgt
  • Je gedetineerde bent
  • Bij verblijf in buitenland langer dan toegestaan (4 weken tot 65 jaar, 13 weken indien 65 jaar of ouder)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bijzondere bijstand

A

De wet geeft mogelijkheid sommige groepen categoriale bijstand te verstrekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly