Les 3: Onderzoeksmethoden en theoretische modellen I Flashcards

1
Q

Welke drie methodes kun je gebruiken bij het samenstellen van een steekproef?

A
  • Random sampling: willekeurig. Het bekijken van verspreiding kenmerken over groepen zonder duidelijk verwachtingspatroon
  • Systematische sampling: met een vooraf bedachte systematiek. Het selecteren van groepen op basis van theoretische veronderstelling.
  • Convience sampling: gemak. Deelnemers zijn diegenen die je gemakkelijk kan bereiken of die zelf interesse hebben in het thema
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Insider

A

Iemand (een collega) die de taal en cultuur kent van je doelgroep om je te helpen met je onderzoek en de interpretatie van de resultaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kwalitatief onderzoek, welke twee manieren kun je dat doen?

A
  • Interviews

- Observaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kwantitatief onderzoek, op welke twee manieren kun je dat doen?

A
  • Vragenlijsten

- Experimenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Interview (kwalitatief onderzoek)

A
  • Open vragen
  • Mits kennis van de taal en cultuur
  • Kunnen antwoordt toelichten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Observaties (kwalitatief onderzoek)

A

Aandachtspunten:

  • vraagt kennis van cultuur
  • ‘vlieg op de muur zijn’, niet tussen komen
  • gedragen mensen zich anders als je kijkt?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

The pace of life

A
  • 31 landen
  • Willen zien of onze cultuur van invloed is op de snelheid van het leven
  • Observatie metingen
  • Conclusie: Japan en West Europa sneller; Latijns Amerika, Midden Oosten en Azie trager
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Steden met een hogere snelheid van leven hebben …

The pace of life

A
  • Betere economie
  • Hogere focus op individualisme
  • Kouder klimaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hogere snelheid van leven hangt samen met …

The pace of life

A
  • Meer doden door hartziekten
  • Meer rokers
  • Hoger subjectief welzijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de aandachtspunten bij vragenlijsten (kwantitatief)?

A
  • Vertalingen hebben moeilijkheden
  • Niet alle woorden hebben een equivalent in andere taal
  • Back translation
  • Antwoordschaal niet altijd normaal
  • Mensen en culturen verschillen in hoe ze schaal gebruiken
    Moderacy and extremity bias
    Reference group effect
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Back translation

A

taal 1a –> taal 2
taal 2 –> taal 1b
Vergelijken taal 1a en taal 1b

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Reference group effect

A

Wanneer je mensen vragen stelt, kan het zijn dat ze hun omgeving als referentie gebruiken (vraag: zijn we culturen aan het vergelijken of eerder iemands positie in een cultuur?)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom doen crossculturele psychologen onderzoek naar waarden?

A
  • Om culturen te beschrijven en te situeren op de ‘wereldwaardenkaart’: waarden als ‘harde kern’ van cultuur
  • Om cultuurverschil in gedrag te verklaren: gewenst gedrag door internaliseren van waarden en sociale regulatie
  • Om interculturele relaties te verbeteren: waardenverschil leidt tot misattributies (en conflicten)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe heeft Hofstede de waardendimensies bepaalt?

A
  • grootschalig onderzoek naar waarden over verschillende culturen heen
  • vragenlijsten
  • zo goed mogelijk verdeeld in leeftijd, gender en functie
  • 66 landen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de eerste 4 waardendimensies van Hofstede?

A
  • Machtsafstand
  • Individualisme
  • Mannelijkheid
  • Onzekerheidsvermijding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke 2 dimensies zijn later toegevoegd?

A
  • Vijfde dimensie: Lange of korte termijn-orientatie

- Zesde dimensie: Toegeeflijkheid vs terughoudendheid

17
Q

Machtsafstand (de eerste waardendimensie)

A

De manier waarop men omgaat met ongelijkheid: in hoeverre accepteren leden van de maatschappij die minder macht hebben de ongelijke verdeling van macht?

Hierarchie-gelijkheid

18
Q

Individualisme (de tweede waardendimensie)

A

De manier waarop de maatschappij omgaat met de relatie tussen een individu en de groep: in welke mate zijn individuen geintegreerd in groepen?

Individualistisch-collectivistisch

19
Q

Mannelijkheid (de derde waardendimensie)

A

In welke mate zijn prestatie, assertiviteit, materiele beloningen en succes belangrijk in de maatschappij?
Harde vs zachte waarden (samenwerken, bescheidenheid, zorg voor zwakken, levenskwaliteit)

Masculien vs feminien

20
Q

Onzekerheidsvermijding (de vierde waardendimensie)

A

Hoe gaat de maatschappij om met onzekerheid? In welke mate voelen leden van de maatschappij zich (on)comfortabel in ongestructureerde situaties?
Regels, wetten

Veiligheid vs Uitdaging

21
Q

Lange of korte termijn-orientatie (vijfde waardendimensie)

A

Lang: gericht op toekomst, plannen, sparen, doorzetten, zorgen maken
Kort: gericht op heden, pluk de dag, respect voor tradities, gezichtsverlies voorkomen

22
Q

Toegeeflijk vs Terughoudendheid (zesde waardendimensie)

A

Mate waarin je je wensen en impulsen toelaat of controleert

23
Q

Kritiek bij de waardendimensies van Hofstede

A
  • onderzoek enkel bij mensen van BMI (zelfde bedrijf)
  • werk-gerelateerde attitudes –> alleen gevraagd binnen werkcontext
  • Verouderd (40 jaar geleden)
  • Dimensies worden niet altijd teruggevonden in ander onderzoek
  • Zegt niks over individu, gemaakt om culturen te vergelijken
  • Gevaar stereotypering en veralgemening
24
Q

Experimenten (kwantitatief)

A
  • Onderzoeker manipuleert de OV

- Causaal effect op AV onderzoeken

25
Q

Wat kan je met experimenten doen?

A
  • Hiermee kan je onderzoeken of een bepaalde manipulatie een verschillend effect heeft in verschillende culturen