Les 26, 27 Flashcards
1
Q
vanwege
A
because of
2
Q
gelegenheid
A
on the occasion of
3
Q
volwassene
A
adults
4
Q
slachtoffers
A
victims
5
Q
oorlag
A
war
6
Q
daken
A
roofs
7
Q
bedrag
A
amount
8
Q
netjes
A
nice
Rami, dat is niet netjes.
9
Q
toont
A
shows
10
Q
belangstelling
A
interest
11
Q
aanwezig
A
to be present somewhere
Zij was aanwezig bij de procedures.
12
Q
noodzakelijk
A
necessary
13
Q
kranten
A
newspapers
14
Q
buren
A
neighbors
15
Q
opvallend
A
strikingly
opvallend dure
Michelle en Obama zijn zo’n opvallend paar.