Les 25 Flashcards
1
Q
bereiken
A
to reach bereik bereikte bereikt Ze hebben geprobeerd me te bereiken.
2
Q
tamelijk
A
rather
3
Q
Gemiddeld
A
on average
Een vrouw heeft gemiddeld 25 procent vet.
4
Q
overlijden
A
to pass away
5
Q
kant en klare
A
ready-made
6
Q
bewegen
A
to move ik beweeg bewoog bewoogen Blijf staan en beweeg je niet.
7
Q
dienen
A
to serve
dien
diende
gediend
8
Q
kans
A
chance
9
Q
oren
A
ears
10
Q
verkeer
A
traffic
Ze moeten langzamer voor het verkeer.
11
Q
ongelukken
A
accidents
12
Q
gevolg
A
result
consequence
Een geweldige les in oorzaak en gevolg.
13
Q
overheid
A
government
14
Q
raad
A
advice
15
Q
Geniet
A
enjoy
Sommige mensen genieten van m’n gezelschap
16
Q
met mate
A
in moderation
17
Q
echter
A
however