Les 2.1: Welkom in Z Flashcards
Wat is een geheel getal?
Een geheel getal is een natuurlijk getal voorzien van een toestandsteken.
[Z= {… -3, -2, -1, 0, 1, 2, 3, …}]
Geef een voorbeeld van een getal dat kleiner is dan een ander getal. (< of >, schrijf oefening)
bv. 2<1, 3<4, 5<100, … (< betekent ‘… is kleiner dan …’ dus als je > zou hebben opgeschreven is het fout.)
Geef een voorbeeld van een getal dat groter is dan een ander getal. (> of <, schrijf oefening)
bv. 4>3, 534>121, 98765432>12, … (> betekent ‘… is groter dan …’ dus als je het symbool < hebt gebruikt is het fout.)
geef een voorbeeld van ‘… is kleiner dan of gelijk aan ..’ .
bv. 2 is kleiner dan of gelijk aan 2, 34 is kleiner dan of gelijk aan 35, 46 is kleiner dan of gelijk aan 900, …
geef een voorbeeld van ‘… is groter of gelijk aan …’ .
bv. 45 is groter of gelijk aan 56, 87654 is groter of gelijk aan 43, 78473604 is groter of gelijk aan 78473604, …
Wat is de absolute waarde van een getal?
De absolute waarde van een getal is dat getal zonder toestandsteken.
( |-3| = 3 (lees: de absolute waarde van -3 is 3.)
Wat is het tegengestelde van een getal?
Het tegengestelde van een getal is DAT getal voorzien van een ander toestandsteken.
Waaruit bestaat een assenstelsel?
een assenstelsel bestaat uit twee getallenassen die elkaar snijden in een punt.
Waarvoor staat de O in het midden van een assenstelsel?
De O staat voor Oorsprong.
Waar lees je de eerste en de tweede coördinaat af?
de eerste coördinaat lees je af van het x-as en de tweede coördinaat lees je af van het y-as.