Les 2 trainingsvaardigheden Flashcards
Wat is weerstand in de groep
“Er zit veel weerstand in de groep”
de groep is lastig
weigert te leren
stelt zicht niet open
weerstand kan positief zijn
Veel kritische opmerkingen Veel tegenargumenten Veel aarzeling maar Veel te leren! mits aanhaken/aansluiten op de ervaring, kennis en mening van de groep
hoe omgaan met weerstand
- Luister en beloon: luister en geef aandacht, lijkt eng, maar een passieve groep is veel enger
- Vat samen: en toon dat je luistert, later ook naar jou luisteren
- vraag door: Wat bedoel je precies, kan je een voorbeeld geven, …
- Reageer: - afhankelijk van waarop komt er ‘kritiek’ en hoe sta jij tegenover de reactie (belangrijk of net niet)
- vraag om akkoordAkkoord met reactie? -> anders alsnog afhaken of blijvende storende factor
4 reacties op weerstand
- discussieer: punt deelnemers belangrijk, weerstand tegen inhoud
- parkeer: eigen punt belangrijk, weerstand tegen inhoud
- geef toe: weerstand tegen het proces, punt deelnemers belangrijk
- houd vast: eigen punt belangrijk, weerstand tegen het proces
reactie discussieer uitleg
Deelnemers leggen de link tussen het eigen ervaring en de boodschap van de trainer, en stellen hun eigen overtuiging ter discussie.
Geven tegengas
Deelnemers leren echt
Gooi het punt dus terug in de groep en ga in discussie.
‘ hoe denken de anderen daarover?’
Heldere conclusie!
reactie parkeer uitleg
Genoeg gediscussieerd
Zijpiste, afdwalen
Geef aan dat je het parkeert en er later (na de sessie, in pauze, … ) terug kan opkomen.
geef toe uitleg
Omdat je het verkeerd hebt gezien
Omdat de vraag redelijk is
houd vast uitleg
Luisteren naar de mening van de deelnemer
Vasthouden aan je punt
Helder en stevig!
Introductie volgens introd
Belang van beginnen met doelen – waarom is je verhaal belangrijk!
I : Interesse, door een anekdote, een praktijkvoorbeeld, …
N: Nut, wat lever het op
T: Tijd, hoe lang duurt dit onderdeel
R: Respons, Welke reacties wil je.
O: Opzet , verloop van het onderdeel
D: Doel, wat leren de mensen
luister naar de groep
Starten met luisteren
Ervaringen uit vorige praktijk
Aanwezige interesses
Iedereen bevragen -> niet nodig, vaak herkenbaar
hoe spelen met de inhoud
- Kijk naar voorbeelden
- Leg jezelf de theorie uit
- Oefen de checklist
- Blijft leren en verbeteren
- Vertrouw in je deelnemers
Hoe ben je als trainer het grootste voorbeeld
Je maakt het geloofwaardig
Je laat zien wat je echt bedoelt
En wat als je zelf de mist in gaat - > gebruiken, reflecteren er om lachen.
Vb. Het stellen van open vragen. En toch zelf als trainer suggestief zijn. Vraag wat het doet met je deelnemers. Leer in het hier-en-nu.
tips geven instructies
Gebruik minstens 2 kanalen
Doe het voor
Laat een deelnemer het eens uitleggen
Wees directief (start met een actief werkwoord
opmerkingen nabespreking
En hoe ging het bij jullie? Gerichter! Wat ging helemaal verkeerd Wat ging buiten verwachtingen goed Welk probleem kwam je tegen Doe het snel als het snel kan Antwoordvellen Ga langs bij groepjes 1 groep rapporteert de rest vult aan Verdeel de subvragen onder de groepjes. Geef elke deelnemer een rol Bereid voor en observeer zodat je input of gerichte vragen hebt tijdens de nabespreking
soorten vragen die gesteld worden
Feit – of denkvraag
Feiten, beantwoorden, je hoeft de deelnemers niet continu te overhoren
Denkvragen, terugkaatsen - > zet aan tot denken, tot linken met eigen praktijkervaringen
Zelf vragen stellen
Feiten, zo min mogelijk
Denkvragen, doen nadenken (wat zou er gebeuren als…)
Checkvragen (wat roept dit bij je op? Hoe klinkt dit?…)