Les 2 Flashcards

1
Q

hoe gaat de product-levenscyclus + benoem de delen

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke 2 soorten juridische statuten zijn er + 3 voorbeelden bij elk

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat bedoelen ze met aansprakelijkheid in het algemeen

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat bedoelen ze met aansprakelijkheid bij een eenmanszaak

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat bedoelen ze met aansprakelijkheid bij een vennootschap

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat bedoelen ze met rechtspersoonlijkheid

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat bedoelen ze met oprichtersaansprakelijkheid

A

oprichters zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden en verbintenissen van de onderneming in geval van faillissement binnen 3 jaar na oprichting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke 4 soorten vennootschappen zijn er

A

bv = besloten vennootschap

nv = naamloze vennootschap

vof = vennootschap onder firma

CommV = commanditaire vennootschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

5 eigenschappen van een bv

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

5 eigenschappen van een nv

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

5 eigenschappen van een vof

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

5 eigenschappen van een CommV

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wanneer heb je een micro-, kleine of middelgrote onderneming

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

door welke 2 dingen nemen het aantal micro-ondernemingen de laatste jaren toe

A

economische omstandigheden (inkrimping)

uitbestedingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is een businessplan

A

een formeel document dat beschrijft hoe je een idee wil omzetten in een activiteit waarmee je een bepaald doel wilt bereiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welke 3 doelen komen vaak voor in een business plan

A
17
Q

3 stappen voor een goed business plan op te kunnen stellen

A
  1. een plan impliceert keuzes maken
  2. benodigdheden impliceren
  3. relaties met klanten, leveranciers, partners, enz…
18
Q

2 voorbeelden waarvoor businessplannen gebruikt worden

A

als instrument om je (toekomstige) business beter te begrijpen

als communicatiemiddel voor potentiële investeerders of partners

19
Q

op welke 3 dingen moet je letten bij het maken van een business plan

A

voor concurrenten

intellectuele eigendomsrechten

opportunistische investeerders

20
Q

welke 6 dingen zitten er in een business plan

A

the team

the idea

the market

the business model

the financial plan

the timing

21
Q

welke 2 onderverdelen heb je the team bij een business plan

A

kernteam

uitgebreide team

22
Q

bij welke 3 dingen moet opletten bij het gedeelte the market bij een business plan

A

grootte en evolutie

geografische locatie

winstgevensheid

23
Q

waar moet je aan denken bij het gedeelte the business model bij een business plan

A

hoe plan je om geld te verdienen

24
Q

hoe ziet de SWOT-analyse eruit

A
25
Q

op welke 3 dingen moet je letten bij het gedeelte the financial plan bij een business plan

A

budgettering

cash-flow analyse

bronnen van financiering

26
Q

wat is de timing voor een business plan

A
27
Q

wat is de timing voor een business plan + wat is er belangrijk met timing bij een business plan

A

±3 boekjaren + dat je mijlpalen instelt