Les 13: Een leuk weekend Flashcards
had
gehad (hebben)
visiting
op bezoek
been
geweest (zijn)
wanted
wilden (willen)
new
niuew
something new
iets nieuws
Sunday afternoon
zondagmiddag
museum
museum (het)
sculptures
beelden (het beeld)
sea
zee (de)
beautiful
prachtig
line
rij (de)
were
waren (zijn)
sounds
klinkt (klinken)
eaten
gegeten (eten)
cooked
gekookt (koken)
movie
film (de)
watched
gekeken (kijken)
pleasant
gezellig
We had
we hadden (hebben)
interesting
interessant
about
over
differences
verschillen (het verschil)
culture
cultuur (de)
laughed
gelachen (lachen)
nothing
niets
special
bijzonders
sleep in
slaap….uit (uitslapen)
tidy up
ruim…op (opruimen)
clean
maak…schoon (schoonmaken)
clean
schoon
slept in
uitgeslapen
sent
gestuurd (sturen)
my
m’n
parents
ouders
called
gebeld (bellen)
slept
sliepen (slapen)
stupid
dom
forget
vergeet (vergeten)
of course
natuurlijk
studied
geleerd (leren)
I had
Ik had (hebben)
spoken
gesproken (spreken)
colleague
collega (de)
talked
gepraat (praten)
posed
stelde (stellen)
said
zei (zeggen)
wow
tjonge