Les 1 Flashcards

1
Q

Welke economische productiefactoren zijn er en welke bijbehorende beloningen hebben die?

A

Arbeid < loon
Kapitaal < rente
Ondernemerschap < winst
Natuur < pacht of huur

Overheid herverdeelt inkomen o.a. door belastingheffing op bovenstaande productiefactoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe bereken je BBP bestedingen?

A

Consumptie + Investeringen + Overheidsbestedingen + Export min Import = Handel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe bereken je BBP inkomens?

A

Rente + Loon + Winst + huur/pacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de onderverdeling van overheidstaken?

A

Allocatieve taak: allocatie van productiefactoren, productie van de overheid: zuiver collectieve en quasi-collectieve goederen en diensten

Herverdelende taak: met als doel gelijkmatige verdeling van inkomens dmv: heffen van belastingen, premies en uitkeringen en subsidies

Regulerende taak: reguleren van de economie door nastreven van doelstellingen groei, inkomensverdeling, werkgelegenheid, prijspeil, betalingsbalans en milieu (beschrijving overheid grijpt in het economische proces in zodat de markten blijven concurreren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een zuiver collectief goed:

A

Als er niemand uitgesloten kan worden, dijken, wegen, veiligheid etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn quasi collectieve voorzieningen?

A

Kunnen door bedrijven geleverd worden omdat mensen uitgesloten kunnen worden (zwembad, musea)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn collectieve goederen?

A

Moeten door de overheid geleverd worden omdat ze niet rivaal en niet uitsluitbaar zijn:

Rivaal: het gebruik van het goed door 1 persoon vermindert de beschikbare hoeveelheid voor anderen

Uitsluitbaar: personen kunnen makkelijk uitgesloten worden door het gebruik van het goed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn particuliere goederen?

A

Goederen die door de vrije markt worden geleverd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn quasi collectieve goederen?

A

Dit zijn particuliere goederen die toch door de overheid geleverd worden, vaak merit goods (goederen met positieve externe effecten of weinig negatieve externe effecten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de negatieve gevolgen van belastingheffing?

A
  1. Afwenteling = poging om de belasting door een ander te laten dragen
  2. Ontwijking = belastingbesparende constructies toepassen
  3. Ontduiking = Verzwijgen van omzet, zwart werken (ILLEGAAL)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de klassieke visie op overheidsingrijpen in de economie?

A

Overheid dient een zo klein mogelijke rol te spelen, zij moet zich beperken tot het garanderen van veiligheid voor burgers met behulp van politie, justitie en defensie. De overheid moet ook het bezit beschermen met goede wetgeving en ervoor zorgen dat burgers hun contracten naleven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de Keynesiaanse visie op overheidsingrijpen in de economie?

A

De overheid is verantwoordelijk voor het bereiken van doelstellingen van de economische politiek. De overheid moet zich intensief bemoeien met de economie en moet zorgen voor volledige werkgelegenheid en groei.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly