Les 1 Flashcards
Opvoedkunde
Richt zich op vaardigheden van de opvoeder
Opvoedingsleer
Het vergaren van kennis over opvoeden
Opvoedingswetenschap
Ontwikkelen van theorieën en methoden met betrekking tot opvoeden
De drie belangrijkste uitgangspunten bij het opvoeden:
- Wederzijds respect
- Voldoende veiligheid
- Uitgedaagd worden om eigen beslissingen te nemen-> dit draagt bij aan zelfontplooing.
De vier basisdimensies van opvoeden:
- Ondersteuning bieden
- Instructie geven
- Controle uitoefenen
- Grenzen stellen
Ondersteuning bieden:
Opvoedgedrag dat liefde en warmte voor het kind uitdrukt en zorgt voor het fysieke en emotionele welzijn.
Als het kind ondersteuning ervaart, zal het de wereld met vertrouwen tegemoet treden.
Responsiviteit: de mate waarin een ouder adequaat reageert op een kind.
Belonen en straffen.
Materiele ondersteuning (bijvoorbeeld het kopen van een schoolagenda)
Instructie geven:
Duidelijk maken aan het kind wat de bedoeling is en welk gedrag wordt verwacht.
Het kind leert hierdoor strategien te ontwikkelen om zijn eigen problemen op te lossen.
Als er teveel instrucites worden gegeven kan dit bij het kind leiden tot geen eigen inititieven durven te ontplooien en teveel denken aan wat de ouders zullen vinden.
Controle uitoefenen:
Er zijn twee soorten controle, autoritair (negatief) en autorithatief (positief).
Autoritaire/ restrictieve controle: ouder oefent druk uit op het kind om bepaald gedrag te vertonen.
Autoritatieve console: gedragingen van de ouder waarbij uitleg wordt gegeven aan het kind en eisen worden gesteld aan zijn zelfstandigheid.
Grenzen stellen:
Heeft te maken met de wijze waarop de ouder het kind straft of beloond om gewenst gedag te leren (Pavlov/Skinner).
Intentioneel opvoedgedrag
De ouder is r op gericht om doelstellingen te bereiken bij het kind
De drie opvoeddoelen in het westen:
- Zelstandigheid
- Zelfredzaamheid
- Zelfvertrouwen