Les 1 Flashcards

1
Q

Falsificeerbaarheid

A

Er moet een observatie zijn die mijn theorie onderuit haalt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Emperosche cyclus van de Groot

A

Observatie, theorie, voorspelling, toetsing, evaluatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verschil theorie en voorspelling

A

Theorie is algemeen, voospelling is specifiek. T: meditatie verhoogt het concentratievermogen, V: Als studenten elke dag ademhalingsoefeningen doen halen ze een hoger cijfer voor het tentamen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat als mijn voorspelling klopt?

A

Theorie is nog niet bewezen. Hij is niet weerlegd. Je kunt nooit alle alternatieve verklaringen uitsluiten. Je gaat 1 voorspelling na terwijl je theorie er meer aandraagt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat als mijn voorspelling niet klopt

A

Dan hebben we een probleem. Ging iets in de opdracht niet goed, of klopt mijn voorspelling niet met mijn theorie? Let op, door teveel ductape wordt het onfalsificeerbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom is de producer rol belangrijk

A

Zodat je op een goede manier mee kunt helpen met research

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoezo is de consumer rol belangrijk

A

Zodat je kunt achterhalen wat een goed ontworpen studie is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Evidence based treatment

A

Een psychotherapeutische techniek die bewezen werkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Merton’s scientific norms

A

Universalism
Communality
Disinterestedness
Organised skepticism

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Applied research

A

Onderzoek met een praktisch probleem in gedachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Basic research

A

De hoeveelheid kennis die we hebben vergroten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Translational research

A

Basic research omzetten in iets praktisch wat we kunnen gebruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Mozart effect

A

Journalisten verbuigen wetenschap om het interessanter te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Empiricism

A

Een nagangbare manier van testen en conclusies trekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Preregisterd

A

Voor ze de studie uitvoeren staat de hypothese al ergens beschreven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Replicatie

A

Na het nogmaals uitvoeren van de studie het selfde bewijs vinden

17
Q

Self correcting

A

Door het publiceren van research worden fouten er uiteindelijk vanzelf uitgefilterd

18
Q

Falsificeerbaar

A

Er is een uitkomst die mijn theorie onderuit haalt (niet: mijn hoofd word bestuurd door wormen die zich verstoppen als je kijkt)

19
Q

Universalism

A

Iedereen kan onderzoek doen, hier hoef je geen titel voor te hebben

20
Q

Communality

A

Alle kennis is van iedereen

21
Q

Disinterestedness

A

Het maakt mij als onderzoeker niets uit wat de uitkomst van mijn onderzoek precies is

22
Q

Organized skepticism

A

Aan alles twijfelen