leren kaartjes 2 Flashcards

1
Q

TFCC

A

triangular fibrocartilage complex

slim pag 48

drukverdeling, grotere congruentie en meer beweeglijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

some lovers try positions that they can’t handle

A

os scaphoideum
os lunatum
os triquetrum
os pisiforme
os trapezium
os trapezoideum
os capitatum
os hamatum

pag 49

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

onderarm flexoren

A

vingers: m. flexor digitorum
m. flexor digitorum superficialis (radiaal) = komt tot middelste falanx
m. flexor digitorum profundus (ulnair) = komt tot laatste falanx

m. flexor carpi radialis
m. flexor carpi ulnaris

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

onderarm extensoren

A

m. extensor digitorum communis
m. extensor carpi ulnaris
m. extensor carpi radialis (longus en brevis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

extensoren hechten aan

A

epicondylus lateralis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

flexoren hechten aan

A

epicondylus medialis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

duimmuis en pinkmuis naam

A

thenar (duim)
hypothenar (pink)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

4 bewegingen van de duimmuis

A

strekken, buigen, opponeren (naar vingers toe) en deponeren

*mediaal aductoren
*lateraal abductoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

sluiten van de vingers

A

m interosseus palmaris

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

spreiden van de vingers

A

m. interosseus dorsalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

uitval n.medianus

A

preachers hand
alsof je een pistool vast hebt, bij vuist maken buigen alleen pink en ringvinger naar binnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

uitval n.ulnaris

A

klauwhand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

n. radialis

A

dropping hand
extensoren kunnen niet meer geënerveerd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

a. brachialis, a. radialis en a.ulnaris komen weer Samen in

A

de hand in de
arcus superficialis
arcus profundus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

naviculaire fractuur

A

val op gestrekte arm
fractuur van os schaphoideum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

ziekte van quervain

A

ontsteking peesschede bij duim

test van Finkelstein: duim in handpalm, vingers eromheen sluiten dit doet pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

trigger finger

A

a1 pulley zwelling

behandeling: injectie corticosteroïden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

ziekte van dupuytren

A

patient kan de gebogen vingers (pink en ringvinger) niet strekken

  • droge huid van digitorum 1-4 en ulnaire zijde van dig4
  • geen zweet= minder grip dus minder gevoel om voorwerpen te pakken

(tegenovergestelde van preachers hand)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

uitval van n.medianus plek verschillende symptomen

A

proximaal van elleboog = preachers hand
disteler rond pols = atrofie van thenar en symptomen van carpaal tunnel syndroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

carpaal tunnel syndroom

A

tintelingen in de vingers (duim, wijs en middelvinger)

vooral snachts

wapperen met vingers om klachten te verhelpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

n. ulnaris distale uitval

A

functie pols en flexie vingers blijft behouden (dus geen klauwhand)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

zondagsarmpje

A

lig. anulare minder ontwikkeld die radiuskop op plek houd

door supineren en proberen komt kop weer op plek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Popeye’s sign

A

bij flexie elleboog een opbolling in bovenarm

hook test of biceps distaal is gescheurd

behandeling: gat maken in radius en daarin pees vastschroeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

deze structuren zorgen ervoor dat onderarm pronatie en supinatie

A

PRUG, MIO, DRUG

proximaal radio-ulnair gewricht
membrana interossea
distaal radio-ulnair gewricht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
onderarm pronatie spieren
m. pronator teres m. pronator quadratus
26
onderarm supinatie spieren
m. supinator en m. biceps
27
synostose
verbening van een structuur
28
tenniselleboog
peesontsteking (epicondylitis) van laterale epicondyl de extensoren zitten lateraal
29
golferselleboog
peesontsteking mediale epicondylitis flexoren zitten mediaal
30
behandeling epicondylitis
80-90% verholpen met ijs, NSAID, corticosteroïden met lidocaine anders operatie
31
gewrichtsmuis (corpus liberum)
in elleboog, gevoel van kiezelsteentje en schiet soms op slot losse botstukje moet verwijderd worden
32
TFCC laesie (2 symptomen)
triangulair fibre-cartilagineus complex soort meniscus vd pols ulnaire zijde (want ulna is iets korter dan radius) bij TFCC > scheur door trauma of degeneratief (ouderdom) symptoom: - drukpijn in fovea - pijn bij TFCC grinding (ulna en en hand op elkaar gedrukt) kan oppervlakkig (dc-TFCC) = ulna inkorten of diep zijn (pc-TFCC) = fixatie aan botanker
33
fovea
holte tussen os pisiforme en ulnaire kop
34
SL-laesie (en welke 2 testen)
scapholunaire (SL) ligament = verbinding scaphoid met lunatum - drukpijn 1cm boven tuberculum van Lister - Watson test: zie plaatje slim pag 66 - finger extention test: slim pag 66 rechts - röntgenfoto van vuist: os capitatum naar beneden gedrukt,, als opening die ontstaat groter dan 3 mm is verdacht, en groter dan 5 mm is laesie
35
tt vraag
pag 67 slim
36
behandeling sl laesie
< 6 weken geleden: k-draden > 6 weken gelden: kapselplastiek (gat in scaphoid waar pees in geboord wordt)
37
gemodificeerde Brunelli
> 6 weken geleden: kapselplastiek (gat in scaphoid waar pees in geboord wordt) bij SL laesie
38
scaphoid breuk (symptoom testjes)
meestal gebruiken bij val op extensie pols - drukpijn anatomische snuifdoos - afdrukpijn over eerste straal - pronatie supinatie pijn tegen weerstand - pijn bij actieve ulnairdeviatie (abductie)
39
complicatie scaphoid breuk
non-union (niet helen) - meestal proximale zijde (operatie geïndiceerd)
40
artrose
kan worden veroorzaakt door trauma, overbelasting, instabiliteit, non-union of SL laesie - SNAC = scaphoid non-union advanced collaps
41
CMC1 artrose
- positieve grinding test - exostose (zigzag deformiteit) (slim pag 58) behandling: - spalk - injectie beste: - os trapezium verwijderen
42
anamnese spoed polsfractuur
- dominante hand - pijn schaal - beroep - tijdstip trauma - traumamechanisme - beweeglijkheid/ functionaliteit - eerdere trauma's
43
leer radiologische beoordeling van pols
PAGINA 70 SLIM!!!! - handwortel in lijn met distel radius 1 palmair tilt (11graden volair) 2 radiaal tilt (23graden) 3. radiale lengte (10mm) 4. ulnaire variatie (0-2mm)
44
fatpad
posterior altijd trauma anterieur soms fysiologisch
45
galeazzi fractuur
val op uitgestrekte hand - breuk radiusschat - DRUG (distaal radio-ulnair gewricht) > luxatie van ulna soms - ruptuur TFCC - scheur in membranen interossea
46
monteggia fractuur
val gestrekte arm pronatie - Ulan gebroken - radius kop proximaal geluxeerd
47
essex lopresti fractuur
val op uitgestrekte hand - radiuskop fractuur - membrana interossea gescheurd: - luxatie van DRUG
48
colles fractuur distale radius
val op pols in dorsoflexie (gebogen vingers)
49
smith fractuur distale radius
val op handruk (volair)
50
barton fractuur distale radius
val op uitgestrekte arm = intra-articulaire fractuur zie plaatjes slim pag 72
51
fractura antebrachii
fractuur zowel ulna als radius = operatieve fixatie nodig > daarna direct beginnen met revalideren
52
behandeling distale radius facturen en doel
conservatieve behandeling (gips) - verbeteren stand - preventie toename dislocatie - statische nabehandeling
53
keuze behandeling factoren onderarm fractuur (5)
1 intrinsieke stabiliteit na repetitie 2 mate van comminutie (verbrijzeling) 3 intra-articulaire dislocatie 4 beschadiging omliggende weke delen 5 leeftijd, co-morbiditeit en functionele behoefte van patient
54
k-draden
percutaan via huid in bot, ieder gefixeerd, in combinatie met gips (eenvoudig te verwijderen)
55
enchondroom
kraakbeenwoekering in het bot zelf
56
osteochondrooom
benigne tumor uitstulpingen aan de zijkant van het bot waaroverheen kraakbeekapsel zit
57
leeftijdsgroepen en meest voorkomende bottumor
baby: neuroblastoom 5-10: Ewing sarcoom 10>: osteosarcomen >50: beentumoren in metastase, lymfoom of myeloid
58
röntgenfoto voor bottumor mag niet ouder zijn dan
10 dagen
59
zie plaatje aantekeningen over locatie tumor
welk type botdestructie is er?
60
codman triangle en sunburst
codman triangle: periost als los lapje op tumor > direct desmale verbinding sunburst: loodrechte speculae, bot verbeend direct loodrecht op bosoppervlak (vaak bij Ewing sarcoom)
61
benigne vs maligne schema
pag 144 slim deel 2
62
vanaf pag 83 lezen in slim
xx
63
hoe ontstaat sensitisatie
- intense - herhaalde - langdurige stimuli in aanwezigheid van ontstoken of beschadigd weefsel gevolg: - verlaging van activatiedrempel van afferente receptoren - verhoogde vuurfrequentie voor alle stimulus intensiteiten
64
pijnbestrijding schema
- paracetamol - nsaid - paracetamol met nsaid - overstappen of toevoegen zwak werkende opgooide - overstappen of toevoegen sterk werkende opioide - parenterale toediening opioide
65
fibromyalgie
chronisch pijnsyndroom (geen somatische oorzaak) als er bij meer dan 12 van 18 drukpunten pijn ervaren wordt
66
mogelijke aspecten fibromyalgie
- vitamine B12 tekort - autonome dysfunctie - psychische problemen - onveilige situaties in de jeugd
67
kinesiofobie
angst voor beweging leidt tot meer pijn want lichaam gaat deconditioneren waardoor je nog gevoeliger wordt voor pijn
68
lees verder college pijn vanaf 98
xx