leren kaartjes Flashcards

1
Q

wat zijn hydrops

A

vrij vocht op een röntgenfoto

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is er zichtbaar op een rontgenfoto

A

botten, weke delen niet of nauwelijks zichtbaar (ook kraakbeen, pezen en ligamenten slecht zichtbaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

dual energy CT-scan

A

twee fotonen spectra om op deze manier stoffen te kunnen onderscheiden

zie slim pag 29 voorbeelden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

is röntgenstraling gevaarlijk

A

ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is zichtbaar op een MRI scan

A

weke delen, pezen, ligamenten, kraakbeen, bot (tumoren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

echo

A

oppervlakkige weke delen, oppervlakkige pezen, spieren, gewrichtsvocht

niet voor bot!!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

arthrografie

A

röntgenonderzoek met behulp van contrastvloeistof

CT: jodiumhoudend
MRI: gadolinium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

complicaties van contrast

A
  • extravasie (contrast komt buiten vat)
  • allergie
  • nefrotoxisch (bij jodiumhoudend)
  • gadolinium: nefrogene systemische sclerose (bij nierfalen) of retentie (stapeling in hersenen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

het collum anatomicum ligt … dan het collum chirurgicum

A

hoger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

romp naar schouder spieren

A

m. trapezius
m. serratus interior
m. rhomboideus
m. levator scapulae
m. pectoralis minor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

schouder naar arm spieren (rotator uff)

A

m. supraspinatus
m. infraspinatus
m. teres minor
m. subscapularis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

romp naar arm

A

m. latissimus dorsi (vanaf os scrum tot voorzijde arm)
m. pectoralis major

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

innervatie arm

A

plexus brachialis
n. axillaris > vertakt in;
n. radialis
n. ulnaris
n. medianus
n. musculocutaneus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

painful arc test

A

test voor rotator cuff spieren
- pijn abductie tussen 60 en 120 graden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

internal rotation lag test

A

maximale endrotatie van m.subscapularis

arm op rug patient en hand van rug af bewegen, patient vragen deze houding aan te houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

external rotation lag test

A

functie m.supraspinatus en m.infraspinatus

arm in 90graden flexie patient vragen volledige exorotatie

17
Q

drop arm test

A

functie m.supraspinatus
arm horizontaal in lucht, dan langzaam zakken, als dit pijn doet is het positief

18
Q

check 3 luxatie testen schouder pag

A

42 slim

19
Q

stabiliteit van schoudergewricht

A
  • gewrichtscongruentie
  • gewrichtversie (richting van glenoid)
  • glenoid en labrum
  • kapsel ligamenten
  • rotator cuff
  • bicepspees
  • negatieve druk (gewrichtsvocht geeft kleine negatieve druk)
  • scapulothoracale beweging/ stand
20
Q

twee soorten instabiliteit

A

TUBS = tramatic unidirectional bankart and surgery
> ligament en gewricht aangedaan

AMBRI = atraumatic multidirectional bilateral rehabilitation and inferior
> niks kapot: kapsel heel ‘laks’

21
Q

multidirectionele instabiliteit

A

te veel bewegelijkheid in alle richtingen

22
Q

hill-sacks laesie

A

anterieure luxatie
deuk in kop van humerus

23
Q

bankart laesie

A

anterieure luxatie
labrum genocidale beschadigd

24
Q

instabiliteits test bij luxatie

A
  • apprehension test (positief: pijn/angtst) druk op kop posterieur
  • relocatie test (pos bij vermindering klachten) druk op kop anterieur
  • anterieure release test (pos bij pijn/angst)

pag 46 slim

25
Q

laxiteit

A

asymptotische instabiliteit

26
Q

veilig opereren

A
  • internervous plane (tussen twee spieren die door 2 verschillende zenuwen worden geënerveerd)
  • voorkomen zenuwschade en devascularisatie
  • voorkomen weefselschade
  • minimaal invasie
27
Q

maximale druk op corticaal en spongieus bot

A

corticaal: 200M/m2 druk, 130MN/m2 trek
spongieus: 10MN/m2

28
Q

stijfheid formule

A

spanning / rek (delta L/L)