Lektion 12 Flashcards
de advocaat
der anwalt ¨e
buikpijn
bauchschmerzen
de bezine
das benzin
de bom
die bombe n
de rem
die bremse n
de drogisterij
die drogerie n
de vinger
der finger
de foto
das foto s
de voetgangerszone
die fubgängerzone n
het gebied
die gegend en
de rechtspraak
das gericht e
het verhaal
die geschichte n
broers en zussen
geschwister
de nek, hals
der hals ¨s
de hulp
die hilfe n
het hof, rechtbank
der hof ¨e
de kroeg
die kneipe n
de knoop
der knopf ¨e
de winkel
der laden ¨
de lift
der lift e
de slagerij
die metzgerei en
het metaal
das metall e
de minister
der minister
de moord
der mord e
de noodoproep
der notruf e
het orgineel
das orginal e
de panne, pech, defect
die panne n
de parkeerplaats
das parkhaus ¨er
het paspoort
der pass ¨e
de toespraak
die rede n
de redding
die rettung
de rolstoel
der rollstuhl ¨e
het ding
die sache n
de kop (vette kop in krant)
die schlagzeile n
het kasteel
das schloss ¨er
het meer
der see n
de vloer
der stock stockwerke
het strand
der strand ¨e
de staking
der streik s
de temperatuur
die temperatur en
de omleiding, wegomlegging
die umleitung en
het ongeluk, ongeval
das unglück e
de misdaad
das verbrechen
de misdadiger
der verbrecher
de verwonding
die verletzung en
het voordel
der vorteil e
de waarheid
die wahrheit en
de getuige
der zeuge n
uitnodigen, (dringen) verzoeken
auffordern
uitgaan
ausgehen
bewijzen
beweisen
remmen
bremsen
boeken
buchen
winkelen, inkopen
einkaufen
aanbevel
empfehlen
ervaren
erleben
stromen
flieben
geloven
glauben
landen
landen
belonen
lohnen
organiseren
organisieren
parkeren
parken
regenen
regnen
redden
retten
sneeuwen
schneien
zwijgen
schweigen
aansluiten, verbinden
verbinden
uitgeven
verbringen
verraden
verraten
trekken
ziehen
geleidelijk, langzamerhand
allmählich
vervelend
ärgerlich
buitenlands
ausländisch
eenzaam
einsam
gelukkig
froh
gevaarlijk
gefärlich
gebroken, kapot
kaputt
sterk
kräftig
laatste
letzte
linker
link
vreemd, merkwaardig
merkwürdig
uitzonderlijk, zeldzaam
seltsam
binnen
innen
voor
vorm
als
als (junktor)
voor
bevor
tegenover
gegenüber
luid
laut
ondanks
trotz
terwijl (junktor)
während (junktor)
tijdens (voorzetsel)
während (präposition) + genetiv
vanwegen
wegen
hoewel
zwar
sochtends
eines morgens
smiddags
eines nachtmittags
de dag erna
am tag darauf
in de open lucht
im freien
sommige,…, anderen
die einen,…, die anderen
op een of andere manier
so oder so
van voren
von vorn
even later
weinig später
een zak vol
einen tüte voll
ergens van af te weten
bescheid wissen
rechtop zitten
aufrecht sitzen
op de knop duwen
auf den knopf drücken
een moment
einen augenblick
dat ging goed
das ist gut gegangen
het ding met… was zo’n verhaal
das mit… war so eine geschichte
hoe ging het verder
wie ging es weiter?