LEH 8 Flashcards
Säger (1991, zaak C-76/90)
Bij het dienstenverkeer zijn in beginsel alle beperkingen verboden.
Vergelijkbaar met Dassonville: iedere beperking (ook zonder onderscheid) die de (rechtmatige) werkzaamheden van de dienstverrichter uit een andere lidstaat verbied of anderszins belemmert is verboden.
C-415/93 Bosman
Voetbal: transferregels na afloop van een contract zijn een belemmering voor het vrij verkeer van personen. Het streven naar evenwicht op het gebied van geldmiddelen en sportprestaties werd niet geaccepteerd als rechtvaardigingsgrond, omdat niet voldaan werd aan het evenredigheidsvereiste.
De Coster (2001, zaak C-17/00)
Een belasting op schotelantennes is een belemmering van het aanbieden van buitenlandse TV-programma’s, en valt daarom onder het dienstenverkeer (en niet onder goederenverkeer).
Gebhard (C-55/94)
- De duurzaamheid onderscheidt het recht van vestiging van het vrij dienstenverkeer.
- Het belemmeringenverbod van Dassonville geldt ook voor het vrije verkeer van personen.
- Een maatregel die het moeilijker maakt voor werknemers, goederen, zelfstandige ondernemers, diensten of kapitaal om het land binnen te komen is niet verboden indien zij een legitiem doel nastreeft en proportioneel is. Dat wil zeggen dat de maatregel effectief is en niet verder gaat dan noodzakelijk is om het doel te bereiken.
Laval (2007, C-341/05)
Het recht om collectieve acties te voeren is een grondrecht. Grondrechten kunnen een rechtvaardiging vormen voor de beperking van het vrij verkeer. Er moet wel getoetst worden aan het publiek belang (in dit geval: bescherming werknemers) en aan het evenredigheidsbeginsel.
Notarisambt (2011, zaak C-157/09)
De uitzondering met betrekking tot openbaar gezag (45 lid 4 en 51 lid 1 VWEU, uitzondering voor dienstbetrekkingen in overheidsdienst) moet beperkt blijven tot werkzaamheden die een rechtstreekse en specifieke deelneming aan de uitoefening van het openbaar gezag vormen.
NB: de werkzaamheden van de notaris laten de beoordelings- en beslissingsbevoegdheid van de autoriteiten onaangetast en gaan niet gepaard met beslissingsbevoegdheid of bevoegdheid dwang uit te oefenen. Het notarisambt valt niet onder de uitzondering.
Wat is het verschil tussen een discriminatietoets en een belemmeringentoets?
Bij een discriminatietoets is er pas sprake van een inbreuk op een recht als een persoon wordt gediscrimineerd (op grond van nationaliteit of wegens grensoverschrijding) ten opzichte van iemand anders. Bij een belemmeringentoets hoeft men geen vergelijking te trekken. De toets is er vooral op gericht vast te stellen of een ondernemer of werknemer wordt belemmerd in het uitoefenen van grensoverschrijdende economische activiteiten. Over het algemeen is het veel makkelijker aan te tonen dat een bepaalde maatregel economische activiteiten belemmert, en zal het hanteren van een belemmeringentoets tot een grote inperking van de autonomie van de lidstaten leiden.
Convergentie:
de verbodsbenadering uit het personenverkeer en die uit het goederenverkeer groeien naar elkaar toe.
Maatregelen die geen belemmering zijn.
Nationale maatregelen die slechts een hypothetisch, te onzeker, of te indirect effect op het vrije verkeer hebben, moeten niet als verboden belemmeringen worden beschouwd.
Omgekeerde discriminatie:
Omgekeerde discriminatie: de situatie waarin een binnenlandse marktdeelnemer ten opzichte van een buitenlandse marktdeelnemer ongunstiger wordt behandeld, omdat de regels van het vrije verkeer in zuiver interne situaties niet opgaan. Een bepaalde (ongunstigere) nationale wettelijke regeling kan dan alleen op deze binnenlandse marktdeelnemer worden toegepast. Eijsbouts et al., p 135. Lidstaten mogen in dit geval toepassing van Unierecht weigeren als er misbruik wordt gemaakt (U-bocht).
