LEH 5 - Rechtsgangen - arresten Flashcards
Les Verts
Een beroep tot nietigverklaring staat open tegen alle handelingen van Unie-instellingen, die beogen rechtsgevolgen voor derden teweeg te brengen.
Docent: Tegenover elk type van schending van EU-recht moet een vorm van rechtsbescherming staan (Les Verts arrest)
NB: concreet bepaalde het Hof dat het beroep open staat tegen handelingen van het Parlement (wat destijds niet mogelijk was).
Plaumann
De individuele geraaktheid van particulieren voor ontvankelijkheid in de nietigheidsprocedure (artikel 263, lid 4 VWEU) vereist dat een persoon zich van anderen kan individualiseren op soortgelijke wijze als de adressaat. (Wordt zelden aan voldaan).
Cilfit
De hoogste nationale rechter hoeft geen prejudiciële vragen te stellen (267 VWEU), indien:
1. De vraag niet relevant is, omdat hij niet beslissend is voor de uitkomst van het geschil (de zaak kan al op een ander punt worden afgedaan).
2. De vraag een acte éclairé is: de vraag is reeds door het Hof van Justitie beantwoord.
3. De vraag een acte clair is: het antwoord op de vraag is zo evident dat daar redelijkerwijze geen twijfel over kan bestaan.
Acte clair mag alleen onder zeer restrictieve condities toegepast worden. Het antwoord op de vraag moet even evident zijn voor andere nationale rechter én het Hof. Daarbij moet de rechter rekening houden met:
De verschillende taalversies, die allemaal authentiek zijn.
De eigen terminologie van het Unierecht.
De uitleg van de bepaling in de context van het Unierecht in het geheel.
Foto-Frost
de nationale rechter is niet bevoegd om handelingen van de Unie ongeldig te verklaren. Die bevoegdheid komt alleen toe aan het Hof (prejudiciële ongeldigheid). De nationale rechter mag wel de geldigheid vaststellen zonder het stellen van prejudiciële vragen.
NB: de Cilfit uitzonderingen zijn hier dus niet van toepassing.
Köbler (2003, zaak C-224/01) (Staatsaansprakelijkheid)
- Staatsaansprakelijkheid is van toepassing op alle overheidsinstanties, ook de nationale rechter. Bij aansprakelijkheid wegens schending door een hoogste rechter is wel een kennelijke schending vereist (Köbler actie). (LEH 4)
- Een in laatste aanleg rechtsprekende rechterlijke instantie is per definitie de laatste instantie bij wie particulieren de hun door het gemeenschapsrecht toegekende rechten geldend kunnen maken. (LEH 5)
Brasserie du Pêcheur (1996, zaak C-46/93)
Brasserie du Pêcheur (1996, zaak C-46/93) (Aansprakelijkheid Unie en Staatsaansprakelijkheid).
1. de geschonden EU-rechtsregel beoogt rechten aan particulieren toe te kennen (dus een relativiteitseis of een Schutznorm-vereiste);
2. er is sprake van een direct causaal verband tussen schade en schending;
3. er is sprake van een voldoende gekwalificeerde schending (VGS).
Dit is het belangrijkste criterium. Gezichtspunten:
a. De mate van duidelijkheid en nauwkeurigheid van de geschonden regel van Unierecht.
b. De omvang van een eventuele beoordelingsmargen.
i. In geval van ontbreken van beoordelingsmarge, kan een enkele inbreuk volstaan.
ii. Bij ruime beoordelingsmarge moet een instelling of staat het wel heel bont maken:alleen bij kennelijke en ernstige miskenning van de grenzen van de discretionaire bevoegdheid.
c. Is er sprake van verschoonbare rechtsdwaling (zie Köbler).
d. Hebben Unie-instellingen bijgedragen aan de schending.
Toegang tot de rechter in het Unierecht
De toegang tot de rechter is gebaseerd op de gemeenschappelijke constitutionele tradities van de lidstaten en de artikelen 6 en 13 van het ERVM zoals dit is bevestigd door het HvJ EU in de arresten Les Verts en Johnston. Daarnaast is het recht neergelegd in artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de EU.
Dit is van belang ten eerste voor de toegang van de rechtzoekende tot het HvJ EU en ten tweede voor de nationale rechterlijke macht van de lidstaten van de EU.
Les Verts arrest
Een beroep tot nietigverklaring staat open tegen alle handelingen van Unie-instellingen, die beogen rechtsgevolgen voor derden teweeg te brengen.
Docent in virtuele klas LEH 5
Tegenover elk type van schending van EU-recht moet een vorm van rechtsbescherming staan
NB: concreet bepaalde het Hof dat het beroep open staat tegen handelingen van het Parlement (wat destijds niet mogelijk was).
Exceptio non adimpleti contractus:
het verweer dat ook andere lidstaten niet aan hun verplichtingen hebben voldaan. (bij inbreukprocedure)
Verschil tussen prejudiciële procedure en inbreukprocedure bij toetsing nationaal recht aan Unierecht.
Belangrijke verschil met prejudiciële procedure: in de inbreukprocedure moet het Hof een nationale maatregel zo nodig uitleggen, en beslissen of deze in strijd is met Unierecht. In de prejudiciële procedure wordt de strijdigheid van het nationale recht beoordeeld door de nationale rechter, in het licht van de uitleg die het Hof geeft over het Unierecht.
Ontvankelijkheidscriteria actie wegens nalaten (265 VWEU)
• Van belang bij actie wegens nalaten 265 VWEU: de voorwaarden voor ontvankelijkheid zijn gelijk aan die van 263 VWEU (staat niet in artikel, en wel van belang).
Een particulier is dus slechts ontvankelijk als de niet-genomen maatregel hem rechtstreeks en individueel geraakt zou hebben.
Wat is het belangrijkste doel van de prejudiciële procedure?
Waarborgen dat het Unierecht door alle rechters in de lidstaten op uniforme wijze wordt uitgelegd en toegepast.
Hoe verhouden zich de nationale rechter en het HvJ EU zich in dit kader qua taakverdeling tot elkaar?
- Taak HvJ: Interpretatie en (on)geldigverklaring EU-recht
- Taak nationale rechter: Interpretatie nationaal recht, vaststellen feiten, toepassing EU-recht op nationale procedure
Beschrijf de Activering en verloop prejudiciële procedure
Activering en verloop prejudiciële procedure
- Allereerst: procedure voor de nationale rechter
- Rechter twijfelt over interpretatie of geldigheid toepasselijke EU-rechtelijke norm
- Rechter schorst nationale procedure en legt vragen voor in beschikking
- HvJ doet uitspraak over prejudiciële vragen
- Nationale heropent zaak en doet uitspraak aan de hand van arrest HvJ
Rechtsgevolgen prejudiciële procedure
Rechtsgevolg
• Een prejudiciële procedure kan worden ingeroepen wanneer zich een vraag voordoet tussen particulieren onderling of tussen particulier en overheid.
• Formeel is de uitspraak slechts bindend voor de rechter die er om gevraagd heeft, incl. beroepsinstanties in die procedure. In de praktijk zijn ze bindend voor alle rechters, ivm o.a. acte éclairé en verwijzingen van Hof naar eigen jurisprudentie. De andere rechters kunnen (uiteraard) wel opnieuw vragen stellen.
• Als gevolg van de brede rechtswerking verplicht het Hof bestuursorganen soms om terug te komen op beslissingen die reeds formele rechtskracht hebben.
• Een interpretatie van Unierecht heeft in beginsel terugwerkende kracht en directe werking. Het Hof kan in het specifieke arrest de terugwerkende kracht beperken, wanneer de uitspraak onoverzienbare gevolgen voor het verleden zou hebben.
Indirecte acties voor particulieren.
Indirecte acties voor particulieren:
• Exceptie van onwettigheid (art 277 VWEU)
• Prejudiciële procedure naar geldigheid, art. 267 VWEU (let op: onderscheid geldigheid van uitleg in 267 VWEU).
o Niet mogelijk indien de betrokken particulier rechtstreeks een nietigheidsprocedure (263 VWEU) had kunnen starten.
Voorbeeld
• EU wetgevingshandeling (Verordening/richtlijn).
• Directe actie o.g.v. 263 VWEU in beginsel niet mogelijk voor particulieren.
• Indirecte procedure.
o Als je uitvoering op EU-niveau hebt, kom je uit op de exceptie van onwettigheid (277 VWEU)
o Als je uitvoering op nationaal niveau hebt (geïmplementeerde verordening), kom je uit op prejudiciële geldigheidstoets.
Je kunt op grond van art. 263 VWEU lid 4, optie 3, wél een directe actie starten tegen een EU-uitvoeringsverordening (290/291 VWEU). Daarmee kun je een nietigheidsprocedure starten tegen de uitvoeringsverordening. Op grond van art. 277 VWEU mag je in deze procedure toch ook direct de EU-verordening aanvechten.
277 VWEU is dus niet een op zichzelf staande procedure. Het is een uitbreiding van het geschil van de nietigheidsprocedure tegen de uitvoeringshandeling.
In dat geval geldt dus ook niet meer het criterium van “individueel geraakt”, maar nog wel van “rechtstreeks geraakt”.
Voorbeeld 2: EU-richtlijn.
Je wilt EU-richtlijn betwisten. Een particulier kan de implementatiewetgeving betwisten bij de nationale rechter en daarbij betwisten dat de Richtlijn zelf ongeldig is. Een nationale rechter mag géén EU handeling ongeldig verklaren (Foto Frost arrest). Wanneer de nationale rechter twijfels heeft over de EU handeling (in dit geval de richtlijn), moet hij prejudiciële geldigheidsvragen stellen.