Leerdoelen pag. 3 Flashcards
retrovirussen
virussen die hun erfelijke materiaal opslaan in de vorm van RNA
Levenscyclus retrovirussen
- Aanhechting.
- Binnentreding.
- Reverse transcriptie.
- Genoom integratie.
- Replicatie.
- Bijeenkomst.
- Vrijlating.
Glycosylering
Een enzymatisch proces waarbij suikergroepen gekoppeld worden aan een eiwit. Het is een post translationele modificatie in het endoplasmatisch reticulum. Een geglycosyleerd eiwit kan niet uit het ER worden getransporteerd zolang het niet correct is opgevouwen. De glycosylering gebeurt op speciale plekken binnen de cel. Het grootste gedeelte van dit proces gebeurt in het ER en het golgi apparaat.
Een restrictie enzym
Een knip enzym dat een specifieke DNA sequentie herkent en op die plek de DNA strengen doorknipt. Sequentie is vaak een palindroom (spiegelwoord)
Isoschizomeren
Restrictie enzymen kunnen afkomstig zijn uit eenzelfde organisme, zulke enzymen worden zo genoemd
Methylatie
Een epigenetisch proces waarbij een methylgroep aan het cytosine in een CG-groep binnen het DNA molecuul wordt toegevoegd. Hierdoor veranderd de structuur van het DNA.
chemische transformatie
Hier moeten eerst te cellen competent worden gemaakt om het DNA op te kunnen nemen. Dit gebeurd door kleine gaatjes te maken in de celmembraan, hierdoor kan het DNA in de cel treden. Deze procedure is nog best lastig om uit te voeren aangezien bacteriën die gaten in hun membraan hebben niet stabiel zijn waardoor ze snel dood gaan. Deze zijn dan niet meer bruikbaar.
electroporatie
Hier wordt een korte spanningspuls op de cel gezet waardoor (bij de juiste spanning) kleine poriën in het celmembraan ontstaan. Bij hoge plasmide concentraties worden deze dan opgenomen door de cel.
Miniprep
Een snelle kleinschalige isolatie van plasmide DNA vanuit bacteriën.
SDS (zeep) → NaOH (denaturatie) → Neutralisatie/hoog zout → centrifugatie → Wassen
Celcyclus faces
Interfase → profase → (prometafase) → metafase → anafase → telofase (IPPMAT)
Tryptofaan operon
Weinig tryptofaan: repressor kan niet binden aan operator> RNA polymerase kan wel binden> transcriptie
Veel tryptofaan: repressor veranderd van vorm en kan binden aan de operator> RNA polymerase kan niet binden> geen transcriptie.
Lac operon
Geen glucose: Cap bind
Geen lactose: Repressor bind
Als er dus geen glucose is maar wel lactose, is er dus een cap en geen repressor. Er kan dus transcriptie plaatsvinden. Hierdoor wordt lactose afgebroken tot glucose.
Ara operon
Geen ara: De araC repressor bindt aan het DNA waardoor het dubbelvouwt. Hierdoor vind geen transcriptie plaats (RNA polymerase kan niet binden).
Wel ara: Ara bind aan de araC repressor waardoor het DNA niet kan dubbelvouwen. RNA polymerase kan binden en er vindt transcriptie plaats.
Gateway cloning
Methode om DNA-fragmenten uit te wisselen tussen plasmiden.
- PCR het gewilde gen
- De primers zorgen ervoor dat de uiteindes kunnen binden in het plasmide.
- Voeg intergase toe. Dit zorgt ervoor dat de genen worden verwisseld. (geen ligase nodig)
- Transformeer het nieuwe plasmide in je cel
- Eventueel een marker