lecture 6 interaction between emotion and decision making Flashcards

1
Q

verschil tussen rational thinking, good decision making en good outcome

A

rational thinking helpt mensen het beste om hun doelen te bereiken. niet per see een good outcome

good decision making; een keuze die effectief gemaakt is aan de hand van de informatie die je hebt op het moment dat de keus wordt gemaakt.

good outcome: outcome die de keuzemaker top vind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

experimenten tegen rationeel denken

A
  • kiezen tussen print en webdesign

- voorkeur man wanneer er een minder aantrekkelijke versie van hem er bij staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

types of decision making
decision making under centainty

decision making under uncertainty

A

under certainty: je weet wat je kiest en krijgt dat ook

under uncertainty:

  • je weet wat de verschillende uitkomsten zouden kunnen zijn
  • je weet niet wat de verschillende uitkomsten zouden kunnen zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

paradox of choice

A
  • regret
  • Opportunity costs
  • Escalation of expectations
  • Self-blame
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

decision strategies

A

maximisers: negatief, nooit goed genoeg
satisfiers: positief, tevreden met keus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

st petersbourg paradox

A

het risico dat mensen nemen is afhankelijk van hun welvaart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

expected utility

A

rationele manier om naar gokken te kijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

prospect theory

A
  • mensen worden risk averse wanneer het op gokken aankomt
  • mensen worden risk-seekinging wanneer het op verliezen aankomt

Framing a prospect as a loss rather than a gain, by changing the reference point, changes the decision

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

framing: loss aversion

A

Different associates and evaluations take place when the programs are framed differently

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Framing: Losses Versus Costs

A

voorbeeld met 10$ kwijtraken of 10$ aan tickets kwijtraken. Koop je een nieuwe?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

somatic marker: 2 loops

A

 Body loop
Activity at all levels are affected (body + brain)

”As-if body” loop
Some secondary inducers can elicit changes in
neurotransmitters and vmPFC, but not in the body itself
Simulated unconscious representation of somatic patterns

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoe assisteert somatic marker decision making?

A

Focus attention on the negative outcome

Biases against selection of the negative
outcome

Reduces the number of alternatives

Can be then followed up cost-benefit analysis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat laten vmPFC patients zien in IOWA gambling test?

A

ze raken op een gegeven moment bewust van het patroon maar blijven de ‘slechte’ keuze maken. Ze leren dus slechter van ‘fouten’ en nemen meer risicovol gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly