lecture 5 memory and emotion Flashcards

1
Q

flashbulb memories

A

mensen zijn overtuigd van hun accuratesse maar zitten er vaak goed naast. vaak lastig te onderzoeken want hoe controleer je accuratesse?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

IAPS picture test

A

emotional/neutral pictures no difference in accuracy
 No difference between neutral in remember/know
 Emotional images have more remember than know judgments

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

IAPS picutures: neutral/emotional opslag in het brein

A

Subjective feeling of remembering emotion → amygdala

 Subjective feeling of remembering neutral → parahyppocamus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Is er een invloed van emotie op geheugen? Weapon Focus:

A
  • Emotional events are unusual/distinct • Emotional events attract attention
  • Emotional events hold attention
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
onderzoek plaatje fiets en vrouw
neutral
unusual
emotional
In welke situatie word wat beter onthouden?
A

centrale details
emotional->unusual>neutral

perifhere details
neutral>emo>unusual

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

role of amygdala in emotions and memory

A

amygdala heeft invloed op de opslag van arousing informatie in hippocampus. patient met amygdala schade heeft normaal geheugen maar slaat minder emotionele evenementen op. speelt meer een rol in het opslaat van arousing events en minder valient events. arousing events na 4 weken makkelijker te onthouden dan direct na event.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

valence vs arousal

A

The difference between a dangerous animals and a potential mate in the scenario above demonstrates the difference between these two elements; where “arousal” is the level/amount of physical response and “valence” is the emotional “direction” of that emotion.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

encoding

A

tied with attention. Hoe lang kijk je naar een stimulus, of je naar een stimulus kijkt en hoe goed je de stimulus observeert. Emoties effecten onze encoding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

consolidatie

A

Soms in early stage, soms later. adrenaline die na encoding werden toegedient of adrenelaninestoppers tijdens affected de memory. Betekend dat amygadala een rol speelt in consolidation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

retrieval

A

Moeilijker te onderzoeken. We weten niet waarom amyg is geactiveert. Amygdala is geactiveert bij retrieval of het feit dat je retreived heeft invloed op amygdala. het helpt niet bij retrieven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

mood&memory

A

pos mood-pos memories makkelijker te retrieven. neg:meer detail, pos:meer globaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly