Lecture 6 Flashcards
Individual treatment
Emmelkamp &Kamphuis (2020) CH10 “Treatment of personality disorders”
Emmelkamp&Kamphuis (2020) CH10
- Treatment cluster C
- Psychotherapy for BPD
- Pharmacotherapy BPD
- Treatment issues HPD and NPD
- Treatment ASPD
- Treatment cluster A
Mixed cluster C treatment
Emmelkamp&Kamphuis (2020) CH10
- 2 psychodynamic forms: confrontational and supportive –> big improvement and no difference between approaches
- Cluster C benefits from dynamic therapy and cognitive therapy
- In large Dutch study –> schema therapy
- Some evidence that schema therapy is also effective with elderly patients
Cluster C
APD treatment
Emmelkamp&Kamphuis (2020) CH10
- Various behavioral strategies are more effective than no-treatment control –> but effects were modest
- CBT more effective than waiting-list control and brief dynamic therapy especially at 6-month follow-up
BPD treatment
Emmelkamp&Kamphuis (2020) CH10
Was thought to be not treatable.
BUT NOW:
- CBT
- Dialectical behavior therapy
- Schema-focused therapy
- Transference-focused therapy
- Mentalization-based therapy
BPD
Dialectical behavior therapy (DBT)
Emmelkamp&Kamphuis (2020) CH10
Specifically developed for chronically suicidal and severely dysfunctional BPD
Idea: clients don’t learn to recognize, label and modulate their emotional experiences and they don’t develop trust in private experiences
DBT is based on principals of CBT + acceptance, mindfulness and dialectic
- It provides support and acceptance in alternations with promoting learning and change
- 1st stage of therapy: stabilizing patient and achieving behavioral control
- Group skill training: bordeline education
Effectiveness: mostly in curtailing self-damaging behaviors.
DBT verschilt van CBT, omdat DBT gericht is op leren van nieuwe skills ipv op cognitieve herstructurering
BPD
Schema-focused therapy (SFT)
Emmelkamp&Kamphuis (2020) CH10
Integrative model, verandering wordt bereikt door gedrags-, cognitieve en ervaringstechnieken met een focus op therapeutische relatie, leven buiten therapie en voorgaande (traumatische) ervaringen.
SFT
Hoofd emotionele behoeften van kinderen (Young, 2003)
Emmelkamp&Kamphuis (2020) CH10
- Ontwikkelen van zekere hechting
- Ontwikkelen van autonomie, competentie en gevoel van identiteit
- Vrijheid om valide behoeften en emoties te uiten
- Spontaniteit en spelen
- Realistische limieten en zelfcontrole
SFT
Als basisbehoefte wordt geinterfereerd, wordt schema getriggerd –> dit lokt sterke emoties uit als een coping respons. Coping responses kunnen ingedeeld worden in 3 soorten:
Emmelkamp&Kamphuis (2020) CH10
- Overcompensatie –> fight
- Vermijding –> flight
- Surrender (accepteren dat hetgeen wat je gelooft over jezelf waar is en gedragen op een self-fulling prophecy) –> freeze
SFT
SFT voor BPD zijn er 5 centrale schemamodes
Emmelkamp&Kamphuis (2020) CH10
- Verlaten/misbruikte kindermodus (voelen zich kwetsbaar, verloren, hulpeloos, geloven dat pijn nooit over zal gaan)
- Onhechte beschermermodus (disconnectie, emotionele afsluiting)
- Zelfverdovende coping (boos/woede en impulsief kindmodus)
- Bestraffende oudermodus (identificatie en internalisatie van ouders –> zien zichzelf als fundamenteel slecht)
- Onderontwikkelde gezonde volwassenmodus (emotionele instabiliteit etc.)
SFT
4 mechanismen van herstel
Emmelkamp&Kamphuis (2020) CH10
- Limited reparenting: veiligheid, stabiliteit en acceptatie bieden om te ‘overcompenseren’ voor gebreken ouders
- Emotie-gefocust werk: kindertijdscenes verwerken en aangepaste modi versterken
- Cognitieve herstructurering en educatie: patient leren van normale emotionele behoeften zijn en behoeften valideren.
- Gedragspatronen breken: betere manier leren om aan emotionele behoeften te voldoen.
Tranference-focused therapy (TFT)
Emmelkamp&Kamphuis (2020) CH10
Focus op (counter-)transference en bevat associatieregels. Focus op transacties in therapeutische relatie om kwesties uit kindertijd te begrijpen.
Hoofkwestie TFT: leren accepteren en tolereren van conflictgevoelens en beelden in zowel de zelf als anderen (BPD kunnen dit niet, zij hebben splitting= iemand is heel goed of heel slecht).
TFT
Hierarchische fasen:
Emmelkamp&Kamphuis (2020) CH10
- Insluiting van suicidale of zelfbeschadigende gedragingen
- Behandelings-interferende gedraginegn
- Identificatie van dominante objectrelationele thema’s
BPD
Mentalisation-based therapy (MBT)
Emmelkamp&Kamphuis (2020) CH10
Voor volwassenen met BPD, focus op psychodynamische theorie, hechtingstheorie, cognitieve theorie.
Gericht op vermogen om mentaliseren te verbeteren zodat keuzevrijheid, reflectie en interpersoonlijke relaties verbeteren.
MBT is psychodynamische behandeling, maar focust op werken in het hier en nu
MBT
Mentaliseren
Emmelkamp&Kamphuis (2020) CH10
Vermogen waarmee mensen zichzelf en elkaar kunnen begrijpen op de manier waarop we aandacht hebben voor onze eigen gevoelens, gedachten, verlangen en intenties en die van anderen
Dit vermogen wordt alleen volwassen in een context van zekere hechting.
Behandelingsuitkomsten volwassenen BPD
Emmelkamp&Kamphuis (2020) CH10
- CBT= sign resultaten (verandering in depressie, hopeloosheid, aantal BPD symptomen, suicidale ideeen en betere functionele overtuigingen.
- DBT= vermindert suicidaal gedrag en minder drop-out –> maar niet verschil hopeloosheid, depressie en suicidale ideeen van therapy as usual (vooral handig voor impulsieve BPD)
- SFT= effectiever dan TFT in suicide, psychopathologie en verandering in pathogene persoonlijkheidskenmerken, langer verloop en beter kosteneffectiviteit.
- TFT= nauwelijks getest en anders waren voornamelijk nega resulaten.
- MBT= vergelijkbaar met DBT
–> Aangezien veel therapieen werken bij BPD, is het misschien niet de specifieke therapie maar de teambenadering en behandeling die helpt.
Martin & Young CH10 Schema therapy
Martin&Young CH10
- Schematherapiemodel
- Assessment in schematherapie
- Behandeling in schematherapie
- Schematherapie voor BPD
Schematherapiemodel (STM)
Martin&Young CH10
Gericht op chronische en kenmerkende aspecten van stoornis ipv acute psychiatrische symptomen.
Emotionele moeilijkheden komen door onvoldane behoeften in kindertijd en adolescentie wat kan leiden tot onaangepaste schema’s en copingstijlen