Lecture 6 Flashcards

Individual treatment

1
Q

Emmelkamp &Kamphuis (2020) CH10 “Treatment of personality disorders”

Emmelkamp&Kamphuis (2020) CH10

A
  • Treatment cluster C
  • Psychotherapy for BPD
  • Pharmacotherapy BPD
  • Treatment issues HPD and NPD
  • Treatment ASPD
  • Treatment cluster A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Mixed cluster C treatment

Emmelkamp&Kamphuis (2020) CH10

A
  • 2 psychodynamic forms: confrontational and supportive –> big improvement and no difference between approaches
  • Cluster C benefits from dynamic therapy and cognitive therapy
  • In large Dutch study –> schema therapy
  • Some evidence that schema therapy is also effective with elderly patients
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Cluster C

APD treatment

Emmelkamp&Kamphuis (2020) CH10

A
  • Various behavioral strategies are more effective than no-treatment control –> but effects were modest
  • CBT more effective than waiting-list control and brief dynamic therapy especially at 6-month follow-up
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

BPD treatment

Emmelkamp&Kamphuis (2020) CH10

A

Was thought to be not treatable.

BUT NOW:

  • CBT
  • Dialectical behavior therapy
  • Schema-focused therapy
  • Transference-focused therapy
  • Mentalization-based therapy
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

BPD

Dialectical behavior therapy (DBT)

Emmelkamp&Kamphuis (2020) CH10

A

Specifically developed for chronically suicidal and severely dysfunctional BPD

Idea: clients don’t learn to recognize, label and modulate their emotional experiences and they don’t develop trust in private experiences

DBT is based on principals of CBT + acceptance, mindfulness and dialectic

  • It provides support and acceptance in alternations with promoting learning and change
  • 1st stage of therapy: stabilizing patient and achieving behavioral control
  • Group skill training: bordeline education

Effectiveness: mostly in curtailing self-damaging behaviors.

DBT verschilt van CBT, omdat DBT gericht is op leren van nieuwe skills ipv op cognitieve herstructurering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

BPD

Schema-focused therapy (SFT)

Emmelkamp&Kamphuis (2020) CH10

A

Integrative model, verandering wordt bereikt door gedrags-, cognitieve en ervaringstechnieken met een focus op therapeutische relatie, leven buiten therapie en voorgaande (traumatische) ervaringen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

SFT

Hoofd emotionele behoeften van kinderen (Young, 2003)

Emmelkamp&Kamphuis (2020) CH10

A
  1. Ontwikkelen van zekere hechting
  2. Ontwikkelen van autonomie, competentie en gevoel van identiteit
  3. Vrijheid om valide behoeften en emoties te uiten
  4. Spontaniteit en spelen
  5. Realistische limieten en zelfcontrole
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

SFT

Als basisbehoefte wordt geinterfereerd, wordt schema getriggerd –> dit lokt sterke emoties uit als een coping respons. Coping responses kunnen ingedeeld worden in 3 soorten:

Emmelkamp&Kamphuis (2020) CH10

A
  1. Overcompensatie –> fight
  2. Vermijding –> flight
  3. Surrender (accepteren dat hetgeen wat je gelooft over jezelf waar is en gedragen op een self-fulling prophecy) –> freeze
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

SFT

SFT voor BPD zijn er 5 centrale schemamodes

Emmelkamp&Kamphuis (2020) CH10

A
  1. Verlaten/misbruikte kindermodus (voelen zich kwetsbaar, verloren, hulpeloos, geloven dat pijn nooit over zal gaan)
  2. Onhechte beschermermodus (disconnectie, emotionele afsluiting)
  3. Zelfverdovende coping (boos/woede en impulsief kindmodus)
  4. Bestraffende oudermodus (identificatie en internalisatie van ouders –> zien zichzelf als fundamenteel slecht)
  5. Onderontwikkelde gezonde volwassenmodus (emotionele instabiliteit etc.)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

SFT

4 mechanismen van herstel

Emmelkamp&Kamphuis (2020) CH10

A
  1. Limited reparenting: veiligheid, stabiliteit en acceptatie bieden om te ‘overcompenseren’ voor gebreken ouders
  2. Emotie-gefocust werk: kindertijdscenes verwerken en aangepaste modi versterken
  3. Cognitieve herstructurering en educatie: patient leren van normale emotionele behoeften zijn en behoeften valideren.
  4. Gedragspatronen breken: betere manier leren om aan emotionele behoeften te voldoen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Tranference-focused therapy (TFT)

Emmelkamp&Kamphuis (2020) CH10

A

Focus op (counter-)transference en bevat associatieregels. Focus op transacties in therapeutische relatie om kwesties uit kindertijd te begrijpen.

Hoofkwestie TFT: leren accepteren en tolereren van conflictgevoelens en beelden in zowel de zelf als anderen (BPD kunnen dit niet, zij hebben splitting= iemand is heel goed of heel slecht).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

TFT

Hierarchische fasen:

Emmelkamp&Kamphuis (2020) CH10

A
  1. Insluiting van suicidale of zelfbeschadigende gedragingen
  2. Behandelings-interferende gedraginegn
  3. Identificatie van dominante objectrelationele thema’s
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

BPD

Mentalisation-based therapy (MBT)

Emmelkamp&Kamphuis (2020) CH10

A

Voor volwassenen met BPD, focus op psychodynamische theorie, hechtingstheorie, cognitieve theorie.

Gericht op vermogen om mentaliseren te verbeteren zodat keuzevrijheid, reflectie en interpersoonlijke relaties verbeteren.

MBT is psychodynamische behandeling, maar focust op werken in het hier en nu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

MBT

Mentaliseren

Emmelkamp&Kamphuis (2020) CH10

A

Vermogen waarmee mensen zichzelf en elkaar kunnen begrijpen op de manier waarop we aandacht hebben voor onze eigen gevoelens, gedachten, verlangen en intenties en die van anderen

Dit vermogen wordt alleen volwassen in een context van zekere hechting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Behandelingsuitkomsten volwassenen BPD

Emmelkamp&Kamphuis (2020) CH10

A
  • CBT= sign resultaten (verandering in depressie, hopeloosheid, aantal BPD symptomen, suicidale ideeen en betere functionele overtuigingen.
  • DBT= vermindert suicidaal gedrag en minder drop-out –> maar niet verschil hopeloosheid, depressie en suicidale ideeen van therapy as usual (vooral handig voor impulsieve BPD)
  • SFT= effectiever dan TFT in suicide, psychopathologie en verandering in pathogene persoonlijkheidskenmerken, langer verloop en beter kosteneffectiviteit.
  • TFT= nauwelijks getest en anders waren voornamelijk nega resulaten.
  • MBT= vergelijkbaar met DBT

–> Aangezien veel therapieen werken bij BPD, is het misschien niet de specifieke therapie maar de teambenadering en behandeling die helpt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Martin & Young CH10 Schema therapy

Martin&Young CH10

A
  • Schematherapiemodel
  • Assessment in schematherapie
  • Behandeling in schematherapie
  • Schematherapie voor BPD
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Schematherapiemodel (STM)

Martin&Young CH10

A

Gericht op chronische en kenmerkende aspecten van stoornis ipv acute psychiatrische symptomen.

Emotionele moeilijkheden komen door onvoldane behoeften in kindertijd en adolescentie wat kan leiden tot onaangepaste schema’s en copingstijlen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

STM

3 hoofdcontructen

Martin&Young CH10

A
  1. Schema’s zijn psychologische thema’s
  2. Copingstijlen zijn kenmerkende gedragsresponses op schema’s
  3. Modi zijn de schema’s en copingstijlen die opereren op een gegeven moment
19
Q

Schema chemistry

Martin&Young CH10

A

Mensen worden aangetrokken tot mensen die hun schema’s triggeren.

Het schema is bekend en voelt ‘goed’ ook al veroorzaakt het lijden.

20
Q

Schema perpetuation

Martin&Young CH10

A

Alles wat iemand intern of qua gedrag doet om een schema te behouden, incl gedachten, gevoelens, gedrag

21
Q

Schema healing

Martin&Young CH10

A

Doel van schematherapie.

Intensiteit en invloed van schema wordt verminderd en clienten leren om onaangepaste copingstijlen te vervangen met aangepastere gedragspatronen.

22
Q

Copingstijlen

Martin&Young CH10

A

Meeste mensen gebruiken combi van copingstijlen. Coping gedraginen zijn niet intrinsiek voor specifieke schema’s.

Temperament speelt rol: mensen met passief temperament gebruiken wrs meer surrender en vermijding.

3 onaangepaste copingstijlen: surrender, vermijding, overcompensatie

23
Q

Modi

Martin&Young CH10

A

Schema’s en copingstijlen die actief zijn op een gegeven moment.

Modi zijn states en worden vaak getriggerd bij levenssituaties waarin persoon overgevoelig is.

24
Q

Modi

4 soorten

Martin&Young CH10

A
  1. Kwetsbaar kind (alleen, geisoleerd, onbegrepen etc.) –> surrender
  2. Boos kind –> vermijding
  3. Impulsief/ongedisciplineerd (handelen naar behoeften die niet belangrijk zijn, impulsen op een egoistische of ongecontroleerde manier) –> overcompensator
  4. Tevreden kind
25
Q

Assessment in schematherapie

Wat zijn assessment technieken?

Martin&Young CH10

A
  • Levensgeschiedenis interview
  • Gedragsobservatie
  • Zelf-monitoring opdrachten en denkbeeldige opdrachten om schema’s te activeren

Assessment heeft meerdere facetten en is multimodaal.

26
Q

Assessment in schematherapie

Waarmee kan assessment gedaan worden?

Martin&Young CH10

A

YSQ of Schema mode inventory (SMI) met 186 zelf-beschrijvende stellingen op een 6-puntenschaal

27
Q

Behandeling schematherapie

Wat is het overkoepelende doel van schematherapie en met welke soort interventies kan dat gedaan worden?

Martin&Young CH10

A

Het genezen van de schema’s

  • Cognitieve interventies
  • Gedragsinterventies
  • Ervaringsgerichte interventies
  • Interpersoonlijke interventies
28
Q

Behandeling in schematherapie

Wat zijn de 7 brede stappen van modi werk?

Martin&Young CH10

A
  1. Modi van client identificeren en labelen
  2. Origine en functie van modi ontdekken
  3. Onaangepaste modi linken aan huidige problemen om rationaal voor verandering te geven
  4. Voordelen van modificatie of verlating van disfunctionele schema’s laten zien
  5. Kwetsbare kindmodus betreden door denkbeelden terwijl stem van gezonde volwassen modus klinkt
  6. Andere modi in dialoog betrekken en gezonde volwassen modus aanmoedigen om problemen op te lossen
  7. Client helpen om moduswerk te generaliseren naar levenssituaties buiten therapie
29
Q

Article: Marcus et al. (2014) “Is the Dodo bird endangered in the 21st century?”

Marcus et al. (2014)

A

Kijken of de Dodo vogelhypothese klopt

30
Q

Dodo vogelhypothese

Marcus et al. (2014)

A

Stelt dat wanneer bonafide behandelingen worden vergeleken, ze ongeveer gelijke resultaten hebben.

31
Q

Bonafide behandelingen

Marcus et al. (2014)

A

Behandeling gericht op klinisch relevante problemen en is aangepast aan client.

Moet 2 van de 4 condities bevatten:
1. Een behandelingshandleiding
2. Een bestaande therapeutische benadering citeren
3. Actieve ingredienten bevatten die voor citaten hebben gezorgd
4. Beschrijving bevatten die een referentie aan een bestaand psychologisch proces bevat

32
Q

Cognitieve contrasthypothese

Marcus et al. (2014)

A

Stelt dat CBT beter is dan andere behandelingen.

Uit onderzoek bleek dat CBT vaak beter is op primaire uitkomsten, maar niet per se op secundaire uitkomsten

33
Q

Discussie

Marcus et al. (2014)

A
  • Er werd meer voldaan aan Dodo vogelhypothese op secundaire uitkomsten bij zowel terminatie als follow-up en wellicht ook bij primaire uitkomsten bij follow-up –> maar kan komen door outlier.
  • Bonafide behandelingen hebben dys siirtgelijke uitkomsten mbt kwaliteit van levensmetingen en andere metingen van psychopathologie die geen specifiek doel waren van de behandeling.
  • CBT was beter dan andere behandelingen bij follow-up
34
Q

Article: Cristea et al. (2017) “efficacy of psychotherapy for BPD”

Cristea et al. (2017)

A

Effectiviteit van psychotherapie voor BPD testen

35
Q

Discussie

Cristea et al. (2017)

A
  • Verschillende onafhankelijke psychotherapieen lieten effectiviteit zien voor borderline-relevante symptomen, zelfbeschadiging, zelfmoord, gezondheidszorggebruik en algemene psychopathologie in BPD
  • Effectgrootten waren klein, bevatten publicatiebias en waren instabiel bij follow-up
  • Behandelingsintensiteit beinvloedden uitkomsten niet per se
36
Q

Article: DeJongh et al. (2024) “The AIP model as theoretical framework for the treatment of personality disorders with EMDR therapy”

DeJongh et al. (2024)

A

Article discusses use of EMDR in treating PDs, with a focus on the Adaptive Information Processing (AIP) model.

37
Q

Background PDs and Adverse Childhood Experiences (ACEs)

DeJongh et al. (2024)

A

Research shows strong link between ACEs (abuse, neglect) and development of PDs.

Trauma during critical periods of brain development can disrupt neurobiological functions, increasing vulnerability to psychopathology.

Up to 85% of individuals with PDs report a history of childhood trauma, strongest in BPD

38
Q

Adaptive Information Processing (AIP) model

DeJongh et al. (2024)

A

Model introduced by Francine Shapiro (creator of EMDR)

It’s the theoretical basis for how trauma is processed in the brain.

  • Traumatic experiences are stored in dysfunctional way as disturbing images, emotions or physical sensations
  • Normally: brain processes and integrates experiences –> but, with trauma this process is disrupted, leaving memories unprocessed and “stuck” in their original form –> this manifests in maladaptive beliefs (“I’m not good enough”)

AIP model suggests that many psychopathologies (PTSS and PDs) are result from unprocessed traumatic memories.
–> These lead to dysfunctional behaviors and emotions, maintaining PD symptoms

39
Q

How does EMDR help?

DeJongh et al. (2024)

A

It helps to reprocess these stuck memories, allowing them to be integrated into a more adaptive cognitive and emotional framework.

By linking these memories to existing healthy networks, individuals can reduce negative emotions and change their core beliefs.

40
Q

Applying AIP to PDs

DeJongh et al. (2024)

A

The model highlights a self-reinforcing cycle where unprocessed memories contribute to negative self-perceptions and dysfunctional emotional reactions.

This cycle perpetuates the disorder, EMDR can break it by desensitizing the traumatic memories.

41
Q

6 step model EMDR

DeJongh et al. (2024)

A
  1. Identify patients intrusive thoughts that meet criterion A for PTSD
  2. Identifiy intrusive thoughts that don’t meet criterion A
  3. Identify patient’s most prominent symptom clusters
  4. Identify memories that gave rise to or significanlty exacerbated these symptoms
  5. Determine the sequence for desensitizing memories
  6. Treat memories with EMDR, strat at the top of the list
42
Q

Emperical support

DeJongh et al. (2024)

A

Trauma-focused therapies have traditionally been avoided for PD patients (due to fears of emotional instability), recent studies show that EMDR can be safe and efficient.

Research shows sign reductions in PTSD and PD symptoms following trauma-focused interventions.

43
Q

Conclusion

DeJongh et al. (2024)

A

AIP model provides theoretical framework that links trauma to development of PDs.

EMDR offers a promising and efficient treatment for PDs