Lecture 2: Prestatieonderwerpen

Question 1

Thorough task analysis

Answer 1

Er wordt dan goed gekeken naar bepaalde banen. Er wordt gekeken naar:
- Algemene doelen: wat moeten personen doen?
- De basis taken
- Activiteiten
- Vereiste kennis

Question 2

Objectieve criteria

Answer 2

• Winstinkomen, geproduceerde eenheid
• Het probleem van kwaliteit vs kwantiteit
• Veel externe factoren die de kwantiteit kunnen beïnvloeden waar de werknemers zelf niks aan kunnen doen

Question 3

Subjectieve criteria

Answer 3

Beoordelingen van leidinggevenden of collega’s. Vaak absoluut of door rangorde

Question 4

Ontwikkeling van prestatiebeoordeling in wetenschap

Answer 4

1. Kijken naar de kwantiteit
2. Kijken naar de kwaliteit
3. Kijken naar de onafhankelijkheid –> hoeveel impact iemand heeft in het wetenschappelijk veld
4. Kijken naar invloed –> hoeveel invloed iemand heeft in de onderzoekswereld (aantal citaten)

Question 5

Waarom is prestatiedistributie belangrijk?

Answer 5

Er kan gekeken worden naar hoe werknemers presteren. Er wordt gekeken naar excellente VS gemiddelde prestaties
Relevant voor:
- Belonen en promoten
- In wetenschap: publicaties
- Talent vinden

Question 6

Onderscheid van (baan)prestatie

Answer 6

1. Prestatie: specifieke vermogens/competenties om de taak uit te voeren
2. Succes: uitkomsten van de taakprestatie

Question 7

Lotka curve

Answer 7

Verschillende vaardigheden of eigenschappen apart zijn wel normaal verdeeld, maar die distributie verandert als er meerdere factoren gecombineerd worden, zoals vaardigheden, persoonlijkheid en vermogens

Question 8

Deliberate practice

Answer 8

Wanneer je een expert wil worden, je minsten 10.000 uur geoefend moet hebben. Het is echter ook belangrijk om talent en algemene vermogens te hebben.