LE5 Responses Flashcards

1
Q

Wat zijn veel belangrijke kenmerken van mondiale milieuproblemen hedendaags?

A
  • Oorzaken en gevolgen spelen zowel nationaal als internationaal.
  • Maatregelen zijn kostbaar en vragen zowel economische aanpassingen als gedragsveranderingen van burgers.
  • Er spelen vele belangen mee, oplossingen geruchten visies lopen hierdoor sterk uiteen.

Een belangrijk voorbeeld hiervan is de stikstof crisis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een belangrijk druk middel van NGO’s om milieu zaken aan de orde te stellen?

A

Nationale en internationale rechtszaken aanspannen tegen het milieubeleid van overheden of acties van bedrijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt de term NGO in?

A

Niet-Gouvermentele Organisatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een kerntaak van NGO’s?

A

Het stimuleren van veranderingsprocessen en de denkwijze bij overheden, bedrijven en burgers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar ging de Urgenda zaak over?

A

Dit was een NGO die een rechtszaak aanspande tegen de Nederlandse Staat (2013), over de te behalen emissie doelstelling van 20%. Urgenda vindt dat dit 25% moest zijn en kreeg uiteindelijk gelijk van de rechter (2019).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke drie rollen hebben of kunnen burgers hebben als het gaat om milieuproblemen.

A
  • consumptie patroon
  • Stem recht, politieke keuzes
  • Participerende/ actieve burger
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn een aantal mogelijke afwegingen voor consumenten voor gebruik van bepaalde goederen en diesnten.

A

Dit zijn afwegingen naar smaak, prijs maar ook gezondheid, dierenwelzijn, biodiversiteit, milieudruk, eerlijke en loklae handel en trend afwegingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wie zijn de 4 hoofd actoren binnen de maatschappij als het gaat om mileuproblemen?

A
  • NGO’s
  • (Consumenten) Burgers
  • (Producenten) Bedrijven en industrie
  • Overheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat houdt maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) in?

A

Dit is het zo aanpassen van het handelen van producenten en de aanbieding van hun producten om een bijdrage aan duurzame ontwikkeling te leveren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De triple P-benadering wordt vaak gebruikt voor MVO ondernemen, Wat houdt de drie P’s in?

A

People, Planet, Profit. Dit betekent dat er breder gekeken wordt dan de specifieke belangen van het bedrijf. Vaak wordt de P van profit ook vervangen door prosperity om de brede welvaart te suggereren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de belangrijkste taken van de overheid in milieuprobleem oplossingen?

A
  • Het bevorderen van samenwerking voor duurzame ontwikkeling.
  • Besluitvorming rond duurzame ontwikkeling op wetenschappelijke kennis
  • Informatie verschaffen aan burgers
  • Voorbeeld functie verschaffen door groene inkoop
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Tussen welke 3 overheden kunnen we onderscheid maken?

A
  • Lokale overheden (gemeenten)
  • Regionale overheden (Provincies en waterschappen)
  • Nationale overheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Op welke niveaus speelt miliebeleid zich af?

A

Er vindt een mondialisering plaats door bijvoorbeeld het beleid vanuit de EU maar tevens ook een decentrilicatie waar lokale overheden meer verantwoordelijkheid krijgen over het te voeren beleid op lokale schaal. De nationale overheid heeft hierbij wel nog een centrale rol.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe ziet de beleidscyclus eruit?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe ziet de beleidstheorie eruit?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een nadeel van het denken vanuit de beleidscyclus en beleidstheorie?

A

Deze modellen gaan ervan uit dat beleid linear is, terwijl dit zelden het geval is. Vaak worden er van alle kanten aan een probleem getrokken en wordt er sprongs gewijs gewerkt. Ook is het niet altijd de overheid die als actor in een probleem optreedt.

17
Q

Polycentric goernance is ontwikkeld door Ostrom in 2010 wat is de generale gedachten van dit model?

A

Het systeem gaat uit van verschillende beleidsactoren op verschillende niveaus. Van familie en vriendenkringen tot nationale overheden en internationale organisaties. Deze hebben alle een grote mate van onafhankleijkheid in hun normen en waarden te bepalen in hun domein.

18
Q

Wat is transitiemanagement?

A

Dit is het aansturen naar grootschalige transisities voor een duurzame samenleving.

Op klien schaal wordt er gezocht naar, en leren van, grootschalige milieuproblemen.

'’Al doende leren al doende doen’’

19
Q

Welke drie instrumenten voor milieubleid kan de overheid inzetten?

A
  • Juridisch
  • Economisch
  • Communicatief
20
Q

Op een subtiele manier gedragspsycholgie toepassen door een verandering in keuze mogelijkeheid is een manier om mensen doel bewuster keuzes te laten maken. Hoe heet het als men dit toepast?

A

Nudging

21
Q

Wat is een voorbeeld van nudging?

A

Het omdraaien van de standaard optie.

Inplaats van bij een lunch vragen of iemand vegetarier is, vragen of iemand persee vlees of vis wil.

22
Q
A