La Logistique Flashcards
De infrastructuur
L’infrastructure
Het station
La gare
Een luchthaven
Un aéroport
De haven
Le port
Een autosnelweg
Une autoroute
Het spoor
Le rail
De trein
Le train
Een vliegtuig
Un avion
Een zeeschip
Un navire
Een schip
Een boot
Un bateau
De vrachtwagen
Le camion
De zware vrachtwagen
Le poids lourd
De oplegger
Le semi-remorque
De aankomst
Aankomen
L’arrivée
Arriver
Het vertrek vertrekken
Le départ
Partir
De verdeling
Distributie
La distribution
De (evenwichtige) verdeling, de spreiding
La répartition
ex. La répartition des tâches
La réparation des marchandises sur le plateau de chargement
Imorteren
Exporteren
Importer
Exporter
Import
Export
Une importation
Une exportation
Het transport
Transportsector
Le transport
Le secteur de transport
Vervoeren
Transporter
Acheminer
Verzenden
Versturen
Envoyer
Expédier
Een zending
Verzending
Un envoi
Supply chain
La chaîne logistique
De leveringstermijn
Le délai de livraison
Een laattijdige levering
Le retard de livraison
Dringend
Urgent
Urgente
De verzendwijze
Le mode de transport/ d’expédition
Het luchttransport
Le transport aérien
Het spoorwegvervoer
Le transport ferroviaire/ par chemin de fer
Het baanvervoer
Le transport routier
Het transport over land
Le transport terrestre