La Casa Flashcards
Cuarto
kamer
la entrada
de inkomhal
el perchero
de kapstok
el quardarropa
de vestiaire
la escalera
de trap
el espejo
de spiegel
el comedor
de eetkamer
la mesa
de tafel
la silla
de stoel
el buffet
de buffetkast
la cómoda
de ladekast
la pintura
het schilderij
la lámpara
de (hang)lamp
la lámpara de pie
de staande lamp
la cocina
de keuken
el fogón
het fornuis
el horno
de oven
la nevera
de koelkast
congelador
diepvries
el refrigerador
de koelkast
el microondas
de microgolfoven
los armarios
de keukenkasten
la mesa de cocina
de keukentafel
se vende
te koop
se alquila
te huur
alquilar una vivienda
een woning huren
la vivienda
de woning
el depósito
het voorschot
el inquilino
de huurder
la hipoteca
de hypotheek
el propietario
de eigenaar
comprar una vivienda
een woning kopen
el préstamo
de lening
el banco
de bank
pagar a plazos
een lening afbetalen
mensualmente
maandelijks
una casa adosada
rijtjeshuis
Un piso
een pand
un estudio
een studio
Una casa aislada
alleenstaande woning
Una casa pareada
een halfopen bebouwing
Me interesa el piso que se alquila…
Ik ben geïnteresseerd in het appartement dat te huur staat…
¿En qué puedo ayudarle ?
Waarmee kan ik u helpen ?
¿Cuál es la superficie del piso ?
Wat is de oppervlakte van het appartement ?
¿En qué planta está el piso ?
Op welk verdiep is het gelegen ?
¿Hay un jardim ? Un ascensor ?
Is er een tuin ? Is er een lift ?
¿ La cocina está equipada ?
Zijn er elektrische toestellen in de keuken ?
¿ Hay un lavaplatos ?
¿ Hay una lavadora ?
Is er een vaatwas ?
Is er een wasmachine ?
¿ Los gastos están incluidos en el alquiler ?
Zijn de verbruikskosten inbegrepen in de huurprijs?
Todos los gastos están incluidos
Alle kosten zijn inbegrepen
El suministro de agua, gaz y electricidad
De nutsvoorzieningen
¿Dónde se sitúa el piso ?
Waar is het appartement (juist) gelegen ?
Está en un barrio tranquilo.
Het ligt in een rustige buurt/wijk.
El piso es muy espacios, luminoso y céntrico.
Het appartement is ruim, licht en is centraal gelegen.
¿Puedo visitarlo esta tarde?
Mag ik vanavond eens komen kijken ?
¿A qué hora le va ?
Hoe laat past het voor u ?
el jardin de enfrente/ el jardin de detrás
de voor-/achtertuin
el tejado
het dak
el barrio
de wijk
la superficie
de oppervlakte
el gasto
het verbruik, de kost
incluido
inbegrepen
medir
meten
el suministro
de voorziening
el tamaño
de grootte
las señas
het adres