L5 - erfelijkheid & selectie Flashcards
Eerste wet van Mendel
De wet van segregatie (=scheiding), stelt dat twee allelen voor een kenmerk gescheiden worden tijdens meiose met vb. Dominante en recessieve allelen die zorgen voor willekeurig doorgeven van kenmerken aan nakomelingen
Genotype
De genetische samenstelling van een organisme vb. RR, Rr of rr voor vachtkleur
Fenotype
De observeerbare kenmerken van een organisme vb. Witte vacht
Dominant kenmerk
Een allel dat zijn effect uitdrukt in het fenotype, zelfs in heterozygote toestand (Rr of RR)
Recessief kenmerk
Een allel dat alleen tot expressie komt als beide kopieën recessief zijn (rr)
Heterozygote toestand
Voor een eigenschap zijn er twee verschillende eigenschappen samengevoegd (R = zwart, r = wit) –> twee samen geeft toch zwart
Homozygote toestand
Voor een eigenschap zijn er twee dezelfde eigenschappen samengevoegd (2x RR = zwart)
Allel
Een van de verschillende vormen van een gen die een specifieke eigenschap beïnvloeden
Locus
De specifieke fysieke locatie van een gen op een chromosoom
Homologe chromosomen
Chromosomen van een paar met dezelfde genen op dezelfde loci, maar mogelijk verschillende allelen.
Monohybride kruising
Kruising tussen twee individuen die verschillen in één enkel kenmerk vb. Kruising van een plant met paarse bloemen (PP) met een plant met witte bloemen (pp)
Tweede wet van Mendel
De onafhankelijkheidsregel stelt dat genen voor verschillende kenmerken onafhankelijk van elkaar erven, op voorwaarde dat ze op verschillende chromosomen liggen
F2-generatie
De tweede generatie nakomelingen, verkregen door onderlinge kruising van individuen uit de F1-generatie
Zaadvaste plant
Plant geeft nakomelingen die identiek zijn aan de ouder (ontstaan door zelfbestuiving of inteelt)
Onzaadvaste plant
Plant geeft nakomelingen die niet identiek zijn aan de ouder
Raszuiver
Organisme is homozygoot voor een bepaald kenmerk (PP voor paarse bloemen)
Rasonzuiver
Organisme is heterozygoot voor een bepaald kenmerk (Pp voor paarse bloemen)
Derde wet van Mendel = onafhankelijkheidsregel
Onafhankelijkheidsregel, stelt dat genen onafhankelijk van elkaar worden overgeërfd als ze op verschillende chromosomen liggen
Gekoppelde overerving
Genen die op hetzelfde chromosoom liggen, worden vaak samen geërfd
Dihybride kruising
Kruising tussen twee individuen die verschillen in twee kenmerken vb. Kruising van een plant met paarse bloemen en ronde zaden (PPRR) met een plant met witte bloemen en gerimpelde zaden (pprr)
Chromatidentetrade
Een groep van vier chromatiden, bestaande uit twee homologe chromosomen na DNA-replicatie
Epistasie
Interactie tussen genen waarbij het ene gen de expressie van een ander gen beïnvloedt vb. Een gen dat voor albinisme zorgt, maskeert de expressie van genen voor haarkleur
Multipele allelen
Een gen dat meer dan twee allelen heeft binnen een populatie vb. Het ABO-bloedgroepsysteem
Letale allelen
Allelen die dodelijk zijn wanneer ze in homozygote of soms in heterozygote toestand voorkomen vb. Het allel voor gele vacht bij muizen (Yy is geel, YY is dodelijk) –> wordt vaak uitgefilterd uit populatie door natuurlijke selectie