KTG Flashcards

1
Q

Primair geheugen

A

Info waaraan je op dit moment aandacht besteedt
Toegankelijk voor bewustzijn
Kan onderwerp zijn van introspectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

secundair geheugen

A

vooral voor LTG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Seriële positiecurve

A
  • Primacy effect: LTG
  • Recency effect: KTG
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Dubbele dissociatietechniek

A

KTG manipulatie zonder effect op LTG
LTG manipulatie zonder effect op KTG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hypothesen Glanzer en Cunitz

A

Uitgestelde herinnering (delayed recall)
- afname recency effect (KTG)
- geen invloed op primacy effect (LTG)

Versnelde aanbieding
- geen invloed op recency effect (KTG)
- afname primacy effect (LTG)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Clive Wearing

A

= Aantasting hippocampus door herpes simplex virus

KTG intact
onthoudt info gedurende duur KTG (20 à 30 s)

LTG aangetast
anterograde én retrograde amnesie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Modaalmodel

A

= Atkinson en Shiffrin
Input uit de omgeving
->
Sensorisch register
->
KTG
-> LTG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Sensorisch register

A

zeer korte opslag
grote capaciteit

niet toegankelijk voor bewustzijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

KTG (modaalmodel)

A
  • korte opslag en controleprocessen
  • beperkte capaciteit
  • Info waaraan we nu aandacht besteden, waarvan we ons nu bewust zijn:
    uit SR
    opgehaald uit LTG
  • Beperkte duur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

LTG (modaalmodel)

A

permanente opslag
onbeperkte capaciteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Geheugenprocessen

A
  1. Coderen, inprenten of verwerven (encoding)
    Info inprenten in geheugensysteem
  2. Opslag (storage)
    Info vastleggen in geheugensysteem
  3. Oproepen (retrieval)
    Info ophalen uit geheugensysteem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Duur/capaciteit iconisch geheugen (sensorisch register)

A

Duur = ± 300 ms
Capaciteit = 83%
Nadien naar KTG ofwel voorgoed weg
Belangrijk voor waarneming
– Lijmt beelden aan elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Capaciteit KTG

A

varieert 5-9 (recency effect, the magical number; 7 +/- 2)

=> chunkinghypothese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

duur ktg

A

Max 20 à 30 sec.

Langer door herhaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Vergeten in KTG

A
  1. Verval (decay)
    vervaging tgv beperkte opslagduur
  2. Interferentie
    gevolg van beperkte capaciteit
    m.n. bij grote gelijkenis tussen info
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ophalen in KTG

A
  1. parallel: in 1 keer alles doorzoeken in je hoofd
  2. serieel: boek na boek in je hoofd afgaan

Indien serieel
- exhaustief: alle boeken afgaan en op einde beslissing maken
- self-terminating: je stopt met afgaan wanneer gevonden

Conclusie uit OZ: Serieel + exhaustief

17
Q

Werkgeheugenmodel

A

= Baddeley

KTG bestaat uit een soort CEO = centrale verwerker
en zijn slaafsystemen
1. Visuospatiaal kladblad
2. fonologische lus
(3. Episodische buffer)

18
Q

Episodische buffer

A
  • Integratie informatie (binding) uit verschillende subsystemen en LTG
  • Maakt info toegankelijk voor het bewustzijn
    Vandaag de dag gebruiken ze meestal het model zonder dit systeem, want er is weinig ondersteunend oz
19
Q

Fonologische lus

A
  • tijdelijke opslag klanken en geluiden (belangrijk voor taal/gesprekken/communicatie)
  • info kan langer worden bijgehouden door inwendige spraak = articulatorische herhaling
20
Q

Fonologisch similariteitseffect

A

minder verwarring bij klanken die niet op elkaar lijken, dus deze kan je beter gaan onthouden

21
Q

Woordlengte-effect

A

korte woorden makkelijker gaan onthouden dan lange woorden

22
Q

Snelheid van uitspraak

A

ondanks lengte, als je het woord snel kan opzeggen in je hoofd, even goed gaan onthouden

23
Q

Visuopatieel kladblad

A

Tijdelijke opslag (passief):
- visuele informatie
- spatiële informatie
Inwendige schrijver verricht bewerkingen (actief) op informatie

24
Q

Analoge code

A

oz Shepard en Metzler
rotatie van 3D blokjes

= je maakt dezelfde rotaties denkbeeldig in je hoofd, dan hoe je ze in het echt zou maken

25
Q

Centrale verwerker

A

‘CEO van slaafsystemen’
hier vindt enkel de verwerking van informatie plaats, geen opslag

26
Q

Executieve functies

A

Hogere-orde systeem (cf. dirigent) dat instaat voor coördinatie en regulatie van afzonderlijke cognitieve functies (cf. muzikanten

27
Q

Frontaalsyndroom

A

Cognitieve processen intact: normaal IQ
Desondanks kunnen patiënten leven niet georganiseerd krijgen
– er ontbreekt dirigent die cognitieve processen coördineert

Problemen met planning, initiatie en sturing gedrag
Problemen met controle
Persoonlijkheidsveranderingen

28
Q

Miyake indeling executieve functies

A
  1. shifting/switshing
  2. updating
  3. inhibition
29
Q

Geheugenmodel Cowan

A

Zoekt naar algemene principes geheugen, los van soort informatie

Uitwerking relatie aandacht - KTG – LTG obv niveaus van activatie

30
Q

activatieniveaus geheugenmodel Cowan

A

LTG = niet-
geactiveerde
herinneringen

KTG = inkomende info en geactiveerde info uit LTG
niet in FoA
opslag, geen bewerking
vervaagt na 20 s

FoA = focus of attention
gestuurd door endogene (centrale verwerker) en exogene aandacht
enkel deze info is toegankelijk voor bewustzijn en cognitieve bewerkingen
beperkte capaciteit

31
Q

Dubbeltaakparadigma

A
  • primaire taak: digit span
  • secundaire taak: bewerking
    => beide taken goed combineerbaar
    conclusie: KTG GEEN unitair systeem