Kracht en beweging Flashcards

1
Q

Dynamische krachtwerking formule

A

F = m. a

a = versnelling in m/s^2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De resulterende kracht is … (in symbolen)

A

vectorFr=vectorsom van alle inwerkende krachten=0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De actie reactie krachten formule

A

Fa->b=Fb->a

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

de wet van gravitatie

A

F=G. m1. m2/r^2
r= afstand
G=6,67. 10^-11 N.m^2/kg^2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

normaal kracht formule

A

Fn=Fg
Fg= gewicht
(=de zwaartekracht die loodrecht op het steunvlak staat)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

veerkracht formule

A

Fv=k. 🔺x

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

statische wrijvingskracht

A

Fw=us. Fn

us=statische evenredigheidsconstante

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

kinetische wrijvingskracht

A

Fw,k=uk. Fn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

snelheid bij ERB

A

v=🔺x/🔺t

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ERB afstand

A

x=x0+v. 🔺t

delta t = t-t0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

EVRB: versnelling

A

a= 🔺v/🔺t

a in m/s^2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

EVRB: (eind) snelheid

A

ve=v0+a. (t-t0)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

EVRB: positie op t

A

x= x0 + v0.🔺t+ (a. 🔺t^2)/2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

EVRB: gemiddelde snelheid

A

vg=v0. ve/2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

EVRB, de verticale worp: snelheid

A

vy=v0-g. 🔺t

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

EVRB, de verticale worp: hoogte

A

y=y0+v0.🔺t -(g. 🔺t^2)/2

17
Q

EVRB, de verticale worp: eindtijd op maximale hoogte

A

te= v0/g

18
Q

EVRB, de verticale worp: eenparig versneld met…

A

a=-9,81 m/s^2

19
Q

EVRB, de verticale worp: maximale hoogte

A

Ym=Y0+ v0^2 /2.g

20
Q

De vrije val: eenparig versnellen met

A

a=9,81 m/s^2

21
Q

De vrije val: snelheid

A

vy= g. 🔺t

22
Q

De vrije val: hoogte

A

Y=g.🔺t^2 /2

23
Q

Horizontale worp

A

Xe=v0. t Ye=Y0-(g. t^2)/ 2

|&raquo_space;>Ye= Y0 -(g. xe^2) / 2.v0^2

24
Q

Horizontale worp: te voor het voorwerp om de grond te raken

A

te=√(2.Y0/g)

25
Q

Horizontale worp: valafstand in horizontale richting

A

xe=v0. √(2Yo/g)

26
Q

Eénparige cirkelvormige beweging ECB: baansnelheid

A

vb=🔺x/🔺t
of bij x=omtrek: 2.r.π/🔺t
vb= r. ω

27
Q

ECB: hoeksnelheid

A

ω=2.π/🔺t
ω=2.π/ T
ω= v/r
hoeksnelheid in rad/s

28
Q

ECB: periode T bepalen met formule… en wat is periode eigenlijk?

A

periode is de tijd om een cirkel met straal r en snelheid vb rond te gaan

T= 2.r.π/v=2.π/OMEGA

29
Q

ECB: frequentie formule + eenheid + betekenis

A

f=1/T = v/2.r.π = ω/2.π
aantal omwentelingen per seconde
in Hz

30
Q

ECB:versnelling

A

a= ω^2. r =

31
Q

ECB: middelpunt zoekende kracht

A

Fc= m. v^2 / r