definities Flashcards

1
Q

definieren

A

kennis nauwkeurig en letterlijk weergeven in woorden en in formulevorm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

beschrijven

A

kennis in eigen woorden weergeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

benoemen

A

een juiste wetenschappelijke benaming geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

herkennen situeren aanduiden

A

kennis verbinden aan gepresenteerd materiaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

toelichten

A

gegeven informatie verduidelijken en uitleggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

afleiden

A

uit gepresenteerd materiaal (tabellen grafieken) relaties en waarden afleiden om een besluit te formuleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

illustreren

A

een specifiek voorbeeld van een algemeen principe of concept geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

verklaren

A

een verklaring geven (oorzaak en gevolg)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

vergelijken

A

verschillen en gelijkenissen beschrijven tussen twee of meer dingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

toepassen

A

een bepaalde wet of principe gebruiken om een vraagstuk op te lossen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

grafisch / schematisch weergeven

A

bepaalde structuren, reacties, processen weergeven aan de hand van grafieken , schema’s , modellen, reactivergelijkingen en tijdschalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

verbanden leggen tussen

A

verbanden leggen tussen verschillende leerstofonderdelen , problemen, ideeën of situaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

interpreteren evalueren

A

gegevens uit grafieken schemas of modellen bewerken interpreteren of evalueren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

beoordelen / argumenteren

A

een standpunt formuleren en met wetenschappelijke standpunten onderbouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly