KR WG5 T/M 8 Flashcards

1
Q

hoe werkt het WCS-model?

A

invullen van kleur (wond), kleurcodering, je ziet bij elke kleur wond wat je moet doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe werkt het TIME-model?

A

je wilt gezonde wond creëren.
T: tissue; hoe ziet de wond er uit? is hij rood, geel of zwart?
I: infection; is er sprake van een infectie?
M: moisture; is de wond droog, vochtig of nat?
E: edge; hoe zien de wondranden eruit? verweekt, droog, rafelig of glad?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Signs & Sympotoms en etiologie van wonden

A

S&S; pijn, bloed, roodheid, warm aanvoelen (infectie), droog of nat.
etiologie; sneller vallende ouderen, vallen etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is zelfmanagement?

A

dit is meer in hoeverre iemand zich mentaal kan redden. dus misschien kan iemand niet meer lopen maar nog wel z’n eigen bankzaken regelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ligt het generiek model zelfmanagement toe.

A

• Een theoretisch raamwerk voor het bevorderen van zelfmanagement. Het model bevat de essenties van zelfmanagement en aan welke onderdelen aandacht kan worden besteed bij het werken aan zelfmanagement in de praktijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is de relatie tussen zelfredzaamheid en zelfmanagement?

A

ze gaan beide over het zelf kunnen.
zelfredzaamheid legt de nadruk op zelfstandig functioneren en zelf doen. zelfmanagement legt de nadruk op zelf bepalen en kwaliteit van het leven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de relatie tussen het opstellen van resultaten, shared decision making en het bevorderen van zelfmanagement?

A

om het zelfmanagement te bevorderen moet je resultaten opstellen en shared decision making gebruiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is een diabetische voet?

A

een diabetische voet is een combinatie van voetafwijkingen die ontstaan bij patiënten met diabetes mellitus. deze voetafwijkingen kunnen wonden zijn, maar ook afwijkingen in de stand van de voet. vaak zijn zenuwen en bloedvaatjes beschadigd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is het belang van een voetinspectie bij diabetespatiënten en welke observatie- en rapportagepunten zijn daarbij belangrijk?

A

het belang van voetinspectie bij diabetespatiënten is vroeg signalering van een diabetische voet. wanneer dit op tijd gesignaleerd wordt, kan dit op tijd behandeld worden. de observatie- en rapportage punten die belangrijk zijn bij een diabetische voet zijn; neuropathie, angiopathie, mobiliteit, voetafwijking en eeltvorming, Charcot voet, aspecten van huid, wond en wondomgeving, infectieverschijnselen, etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe wordt een diabetische voet verzorgd?

A

drukontlasting, verwijderen van debridement. een infectie dient altijd als eerste behandeld te worden. daarnaast dient de oorzaak van de wond, dan wel de factoren die de wond in stand houden weggenomen te worden. bij lokale wondbelasting is het belangrijk om de wond in optimale conditie te brengen. naast voldoende bloedvoorziening en voldoende drukontlasting, is het belangrijk om het risico op een infectie zo laag mogelijk te houden. dit dient gedaan te worden door de wond dagelijks te beoordelen, de wond frequent te verzorgen en op een hygiënische wijze om te gaan met de wond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

signs & symptoms en etiologie van overgewicht.

A

S&S; volwassene BMI > 25, zwaarlijvig etc.
etiologie; angst voor voedseltekort, consumpsie van suikerhoudende dranken, kort slapen, excessief alcohol gebruik, slaapstoornis, veel tussendoortjes, etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn interventies uit de richtlijn ‘gezonde voeding’ bij overgewicht?

A

gevarieerd eten, niet (teveel) tussendoortjes, voeding volgends de schijf van 5 etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn de 5 basisproductgroepen uit de schijf van 5?

A
  • groente en fruit
  • smeer- en bereidingsvetten
  • vis, peulvruchten, vlees, ei, noten en zuivel
  • brood, graanproducten en aardappelen
  • dranken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

op welke manier wordt de zorgverlening beïnvloed als de zorgvrager en zorgverlener niet dezelfde taal spreken?

A

wanneer de zorgverlener en zorgvrager niet dezelfde taal spreken zorgt dit ervoor dat de zorgverlening moeizamer verloopt. hierdoor ontstaat er makkelijker een miscommunicatie. non-verbale communicatie kan in verschillende culturen anders opgevat worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

stel een verpleegkundige diagnose en verpleegkundig resultaat op gericht op verstoorde communicatie

A

verpleegkundige diagnose; verstoorde verbale communicatie
verpleegkundige resultaten; verbeteren van gesproken taal, verbeteren van sociale interacties met anderen, verbeteren relaties met vrienden, verbeteren van de bereidheid anderen om hulp te vragen etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

benoem welke gezondheidsproblemen kunnen spelen bij vluchtelingen (gezinnen)

A
  • PTSS
  • angst
  • psychische klachten
  • opvoedingsproblemen (andere normen en waarden dan hier in nederland)
  • bepaalde ziektes die onbehandeld zijn (bv. infectieziektes)
17
Q

wat is de rol en taak van de jeugdverpleegkundige bij het vermoeden van huiselijk geweld?

A

er is een meldcode. Die gaat zo;
o Stap 1; signalen in kaart brengen
o Stap 2; overleg met een collega en raadpleeg eventueel veilig thuis
o Stap 3; gesprek met de cliënt
o Stap 4; wegen van huiselijk geweld/kindermishandeling
 Heb ik op basis van stap 1 tot en met 3 vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling?
 Heb ik een vermoeden van acute of structurele onveiligheid?
o Stap 5; neem 2 beslissingen
 Is melden noodzakelijk? Dit is wanneer;
• Er acute onveiligheid is
• Er structurele onveiligheid is
 Is hulp verlenen of organiseren (ook) mogelijk? Dit is wanneer:
• De professional in staat is om effectieve/passende hulp te bieden of organiseren
• De betrokkenen meewerken aan de geboden of georganiseerde hulp
• De hulp leidt to duurzame veiligheid
• Indien hulp verlenen op basis van een van deze punten niet mogelijk is, is melden bij Veilig Thuis noodzakelijk.