Kortdurende bewustzijnsstoornissen

Question 1

Wat is een TLOC?

Answer 1

Een transient loss of consciousness (wegraking)

Question 2

Waar past dit bij?

Wegvallen bij inspanning

Answer 2

Cardiale aandoening

Question 3

Waar past dit bij?

Wegvallen, drukke warme ruimte, patient voelde aanval aankomen (vlekken zien etc.)

Answer 3

Syncope

Question 4

Wat is diagnostisch gezien het grote verschil tussen een epileptisch insult en een syncope?

Answer 4

Syncope = slap
Epileptisch = stijf

NB: beide kunnen spiertrekkingen hebben.

Question 5

Waar past dit bij?

Wegvallen, verlaagde bloeddruk/hartritme door externe prikkel

Answer 5

Reflexsyncope

Question 6

Waar past dit bij?

Wegvallen na ervaren van heftige emoties of het zien van bloed.

Answer 6

Vasovagale syncope

Question 7

Waar past dit bij?

Wegvallen na het plassen

Answer 7

Postmictiesyndroom

Komt vaak voor bij mannen, vaak na hoge alcoholinname.

Question 8

Waar past dit bij?

Wegvallen na niezen/hoesten

Answer 8

Hoestsyncope

Minder veneuze toevoer door verhoogde intrathoracale druk, dus ook minder hartminuutvolume.

Question 9

Wanneer spreken we van orthostatische hypertensie?

Answer 9

Als de syst. met 20 mmHg daalt of de diast. meer dan 10 mmHg daalt bij opstaan + klachten.

Question 10

Wat zijn breath holding spells?

Answer 10

Wanneer een kind zijn adem inhoudt bij schrik, emoties of woede.

Kan blauw aanloppen, wegdraaiende ogen hebben, schokken. Niet ernstig, gaat vanzelf voorbij.

Question 11

Wat is het sinus carotis syndroom?

Answer 11

Een prikkeling van de sinus carotis die leidt tot bradycardie en wegraking.