Koolhydraten Flashcards
1
Q
Waarvoor is de poortarder?
A
Monosachardie leveren aan o.a. de lever
2
Q
Wat doet de lever?
A
fructose en galactose omzetten in glucose
3
Q
-lyse
A
afbraak
4
Q
-genese
A
ontstaan
5
Q
glyco- / gluco-
A
suikers/koolhydraten
6
Q
lipo-
A
vetten
7
Q
proteo-
A
eerste in een reeks/samenstelling
8
Q
neo
A
nieuw
9
Q
Wat is de volgorde van glucose bij voldoende glucose in het bloed?
A
- verbranding (glycoyse)
- opslag als glycogeen (glycogenese)
- Opslag als vet (lipogenese)
10
Q
Wat is de volgorde van glucose bij een tekort in het bloed?
A
- afbraak glycogeen (glycogenolyse)
- vorming glucose uit niet koolhydraten (glyconeogenese)
11
Q
Wat is de volgorde van een overschot glucose?
A
- energie (glycolyse)
- insuline+glucose=glycogeen
- insuline+glucose=lipogenese
12
Q
Wat is de volgorde van glucose tekort?
A
- glycagon+glycogeen=glucose
- Glycagon+glycerol=glucose
13
Q
Wat is pectine?
A
Vezels uit groenten en fruit. (fermenteerbaar)
14
Q
Wat is beta-glycanen?
A
Vezels uit o.a. haver en gerst (fermenteerbaaar)
15
Q
Wat is resistant starch?
A
Moeilijkverteerbare vezels (rs1, rs2 en rs3)