Kolom 4 pages jaunes 21 Flashcards
1
Q
Vijf van de zes
A
Cinq sur six
2
Q
Opgroeien
A
Grandir
3
Q
Het welzijn
A
Le bien-être
4
Q
Het gedrag
A
Le comportement
5
Q
Het minst goed
A
Le moins bon
6
Q
Een slecht cijfer krijgen
A
Obtenir une mauvaise note
7
Q
Gevolgd door
A
Suivi de
8
Q
Een puber
A
Un adolescent
9
Q
Groeiend
A
Croissant
10
Q
Aanmoedigen
A
Encourager
11
Q
Een onderscheid maken tussen
A
Faire la différence entre
12
Q
Het uiterlijk
A
L’apparence
13
Q
De uitzending
A
L’émission
14
Q
De vraag
A
La demande
15
Q
Het minste
A
Le moindre