Kolom 3 pages jaunes 21 Flashcards
Instappen
Monter
Naar de discotheek gaan
Sortir en boîte
Naar het strand gaan
Aller à la plage
Onvergetelijk
Inoubliable
Op een dag
Un jour
Teruggaan naar spanje
Retourner en Espagne
Terugkomen
Rentrer
Tijdens de hele vakantie
Pendant toutes les vacances
Twee jaar geleden
Il y a deux ans
Uitgaan
Sortir
Zich vervelen
S’ennuyer
Zin hebben in
Avoir envie de
Heb je een fijne vakantie gehad?
Tu as passé de bonnes vacances?
Heb je niets speciaals gedaan?
Tu n’as rien fait de spécial?
Is de vakantie goed verlopen?
Ça s’est bien passé les vacances?
Waar ben je geweest?
Tu as été où?
Wanneer zijn jullie teruggekomen?
Quand est-ce que vous êtes rentrés?
Wat hebben jullie gedaan?
Qu’est-ce que vous avez fait?
Dat is vele malen beter
C’est mille fois mieux
De bovenbouw is veel erger dan de onderbouw
Le lycée est pire que le collège
De meeste
La plupart de
De volwassenheid
La maturité
Doorzetten
S’accrocher
Erger
Pire
Het niveau ligt hoger
C’est plus dur niveau cours
Het spijt me
Je suis désolé(e)
Het tijdperk
L’époque
Ik kan haast niet wachten!
Qu’est-ce que j’ai hâte!
Ik vind dat..
Je trouve que..
Men wordt wat volwassener
On prend une certaine maturité
Naar mijn mening
À mon avis
Ontdekken
Découvrir
Opgelucht
Soulagé
Stomvervelend
Barbant
Tegenspreken
Contredire
Volgensmij
D’après moi
Hier: wat betreft
Par rapport à