Kleuter: Lichamelijke en motorische ontwikkeling Flashcards

1
Q

Wat zijn de kenmerken van de lichamelijke en motorische ontwikkelingen van de kleuter?

A
  • Baby vormen verdwijnen definitief
  • Spiermassa neemt toe
  • Het kind verwerft een betere motorische beheersing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is versnelde lengtegroei?

A
  • Het lichaam groeit sneller dan het hoofd
  • Meer spierweefsel dan vetmassa
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn belangrijke hersenontwikkelingen?

A
  • Proportionele toename van het globale volume (groei of stijging waarbij alle onderdelen of aspecten van een geheel in dezelfde verhouding toenemen)
  • Verdere myelinisering van zenuwbanen
  • Selectieve uitbouw van synapsverbindingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is myelinisering?

A

Myelinisering = isolerend omhulsel in de zenuwvezel

Snelheid van boodschappen, prikkels neemt toe en betere gerichtheid naar de juiste synaps

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De ontwikkeling van de grove motoriek bij een kleuter?

A
  • verwerft een volwassen manier van stappen
  • betere evenwichtsbeheersing
    → rennen, springen
  • betere coördinatie onderste en bovente ledematen
    → bal opvange, fietsen,..
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De ontwikkeling van de fijne motoriek bij een kleuter?

A
  • toenemende zelfredzaamheid
    → zelfstandig aan- en uitkleden, eten, tanden poetsen,..
  • nieuwe soorten activiteiten
    → Tekenen, constructiespel (torens bouwen, lego,..), knippen,..
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de motorische ontwikkeling in het schrijven bij kleuters?

A

Verfijning oog-handcoördinatie -> later belangrijk voor het schrijven

Evolutie van de handvoorkeur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welkevan de volgende uitspraken is correct?

1) Kleuters leren wel al stappen als volwassenen, maar rennen lukt hen nog niet.

2) Rond de leeftijd van 5 jaar kunnen de meeste kinderen een veter strikken.

3) Rond de leeftijd van 5 jaar vertonen de meeste kleuters een duidelijke handvoorkeur.

A

3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

In welk teken stadium zit een peuter van 1,5j - 3j

A

Het krabbelstadium
- Belang van motoriek
- plezier
- felle kleuren krijgen voorkeur
- basiskrabbels, ongericht → beheerst krabbelen
- geometrische figuren
- cirkels
- geen vewijswaarde
(naar iets of iemand verwijzen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is toevallig realisme bij tekenen?

A

Basiskrabbels herkennen en benoemen (achteraf)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe tekenen kleuters op 3 a 4j ?

A

Mislukt realisme
- Vooraf benoemen → dan tekenen
- Tekening lijkt niet op de werkelijkheid
bv. kopvoeters

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe tekenen kleuters op 5 a 6 j?

A

Verstandelijk realisme
- tekenen wat je weet, hoe je werkelijkheid beleeft
- bv. ‘doorzichtig tekenen’
- moeilijk met perspectief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe noem je het tekengedrag bij een kleuter - begin lagere school?

A

Verstandelijk realisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe noem je het tekengedrag bij een kind van 8 a 9j?

A

Visueel realisme
= Uitbeeldend tekenen, werkelijkheid: perspectieve/taferelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe tekent een kind vanaf 8 jaar?

A
  • Perspectieven door elkaar
  • foutieve proporties
  • grondlijnen
  • kleuren sterk objectgebonden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe tekenen kinderen van 10 a 12 jaar?

A
  • meer ervaringen, wereld wordt uitgebreider, genuanceerder en bewegelijker
  • mensenfiguur wordt gevarieerder en beweegt
  • figuren van veraf en dichtbij
  • gevoeligheid voor perspectief (tijd en ruimte)
  • taferelen zijn “compleet”
17
Q

Hannahis aan het tekenen. Ze krabbelt wat strepen op papier en zegt nadien: “Kijk, ballonnen!”. Zelf zie je alleen maar strepen op het papier…
In welke fase van het tekenen zit Hannah volgens Luquet?

  1. In het krabbelstadium
  2. In het stadium van het mislukte realisme
  3. In het stadium van het toevallige realisme
  4. In het stadium van het verstandelijke realisme
A

3 Toevallig realisme

18
Q
A