kinesitherapeutisch onderzoek Flashcards
stappen van het methodisch handelen
= de oorzaak zoeken
1) verwijzing van arts
2) anamese = vraaggesprek
3) inspectie
- oriënterende paplatie
- actief onderzoek
- passief onderzoek
- weerstandsonderzoek
- bijkomend onderzoek
4) conclusie trekken = bilan
5) formuleren behandelplan
6) uitvoeren behandelplan
7) evalueren behandelplan
8) afsluiten behandelplan & repportage naar arts
de anamnese
1) non-verbale communicatie bij binnenwandelen & tijdens vragenstelling
= kijken naar houding
2) hypothese
= hypothese gestuurde anamnese
3) goede vraagstelling over hypothese maar ook daarbuiten
= niet te algemeen/suggestief
- algemene anamnese
– administratieve vragen
– psychosociale context - specifieke anamnese
– persoonlijkheidskenmerken
– soort klachten
algemene anamnese
administratieve vragen=
- terugbetaling RIZIV
- arts & voorschrift
- geboortedatum
- adres
- telefoonnummer
- mutualiteit
psychosociale context
- beroep
- familie
- familiale aandoeningen
- hobby’s
persoonlijkheidskenmerken
ABCDEFW-model
= gele-vlaggen
- attidue tov pijn
- pijn = aandoening & oncontroleerbaar
- beste = rust - behavior
- slaapt slecht door pijn
- gebruikt hulpmiddelen
- vermijd dagelijkse activiteiten
- motivatie voor (thuisoefeningen) - compensatie
- uitkeringsproblematiek = geen probleem om thuis te zitten als betaald - diagnose
- passieve behandelmodaliteiten
- afhankelijk van vorige behandelingen
- geen resultaat van vorige handelingen
- confussie over diagnose - emoties
- arousal = verhoogde activieti AZS & CZS
- vrees voor terug naar oorspronkelijke leven
- depressief/geïrriteerd - family
- over bemoeiende partner
- geen zorg - werk
- zwaar tillen
- (denkt) oorzaak
- problemen op werksituatie
soorten klachten
eerst objectieve informatie van klachten verzamelen
soorten
- pijn
- beweginsstoornissen
- gevoelsstoornissen
- vegetatieve stoornissen
objectieve informatie klachten
niveau’s: structuur - functie - activiteit - participatie
- ontstaan van klachten
- plots = acuut / langzaam = chronisch / aangeboren
- initiële klachten/belastbaarhei/VAS
- symptomen = parathesieën vb: brandend gevoel & zwelling - verloop van klachten
- status preasens
- lokalisatie van klachten op bodychart & Visueel-Analoge-Schaal = VAS
- beweging/houding/belastbaarheid die klachten uitlokt
- 24u partroon klachten & beperkingen
pijn
= meest voorkomende klacht
-> fear avoidance
1: soorten
- acute - = alarmsignaal
# pijn ≈# schade
-> effectieve fear avoidance - chronische - ≠ alarmsignaal ≠ functioneel
# pijn ≠ # schade
-> niet-effectieve fear avoidance - recurrente - = pijn in cyclisch verloop door complexe aandoening
2: oorzaken
- nociceptieve - = pijn door schade
-> acute pijn - neuropathische - = letsel van zenuwbanen
-> “inschietende pijn”
-> acute/chronische/fantoom pijn - neuroplastische pijn = letsel in brein
-> pijn vergroting
-> chronische pijn
pijnbevraging
pijn = product van brein
-> voor iedereen anders = pijngevoeligheid
- onstaansmechanisme = acuut/chronisch
- duur & verloop = 24uurs cyclus
- pijnverzachtende elementen = houdingen/rust
- aard van pijn = stekend, zeuren, brandend, …
bewegingsstoornissen
- beweginsonmacht
= onvrijwillige contracties
-> vb: parkinson - niet-controleerbare beweegelijkheid
= incoördinatie - geluiden tijdens bewegen
= geen probleem -> educatie - beweginsvermindering
= verkorting van ROM
– pijn
– zwelling
–> eerst pijn/zwelling behandelen
– verkorting van spieren, lig of capsulair patroon
–> mobilisatie
– krachtverlies
–> krachtoefeningen/aanpak zenuwprobleem
gevoelsstoornissen
oorzaak
- PZS
- CZS
- psychosomatische aandoeningen
- vasculaire aandoeningen
soorten
- anesthesie = uitval
- hypoesthesie = vermindering
- hyperesthesie = vermeerdering
- dysesthesie = wijzinging
- paresthesie = incorrectie
vegegatieve stoornissen
-> door autonome zenuwstelsel
1) (orhto)sympatisch zenuwstelsel
= stress
- hogere hartslag
- vascodilatatie
- verhoogde zweetsecretie
- hogere ademhalingsfrequentie
- remming spijsverteringsstelsel
2) parasympatisch zenuwstelsel
= rust
inspectie
= vaststellen actualiteit v/h letsel
- algemene inspectie
- kijken naar houdingen
- ventraal/dorsaal/profiel/binnenwandelen
- zoeken naar assymetrien = aangedane zone
- specifieke inspectie
- kijken naar aangedane zone
- zoeken naar zwellingen/verkleuringen/verhoogde tonus
- functionele inspectie
- eenvoudige oefeningen laten uitvoeren
- kijken naar mimiek = ernst van klacht
- orienterende palpatie
- palperen op aangedane positie
- kijken naar zwellingen/temperatuursverschillen/verhoogde tonus
actief onderzoek
= patiënt actief volledige beweginsbaan in alle bewegingen laten uitvoeren
= contractiele structuur mee evalueren
kijken naar
- bewegingsuitslag = ROM
- beweginscoördinatie
- bewegingspatroon
-> compensaties?
- pijn
-> wanneer = painfull arc?
- bereidwilligheid patiênt
–> verelijking linksrechts
passief onderzoek
= zelf bewegingsbaan uitvoeren
= contractiele structuur uitsluiten
kijken naar
- beweginsuitslag = ROM
-> meten met goniometer
-> spierlengte evalueren - aanwezigheid van pijn
- trajectweerstand
normaal: strart = geen weerstand
-> progressief meer naar eind - eindgevoel
-> veranderingen
eindgevoel
-> deel v/h passief onderzoek
soorten:
- zacht eindgevoel = spier
- elastische eindgevoel = capsula art.
- hard eindgevoel = bot
veranderingen:
- verhardinging = botaangroei = artrose
- te zacht = verkorting spier of capsula art.
- abrupt eindgevoel = spierspanning door pijn
- leeg eindgevoel = scheuringen -> beweging niet uitlokken