Evidence based practice Flashcards

1
Q

Evidence based practice

A

EBP = evidence based practice
combinatie = basiskennis + bijscholing
- basiskennis = opleiding
- bijscholing = peer-reviewed (gecontroleerd) journals & programma’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

klinimetrie

A

klinimetrie
= meetinstrumenten & meetmethodes in REVAKI
= data & evolutie van patiënt in kaart brengen
-> voor kine niet nodig om dure & specifieke meetinstumenten te hebben

  1. kracht
  • manueel = grote verschillen waarnemen = onderzoek
  • dynamometer = specifiek = vooruitgang meten
  1. ROM
  • manuele/digitale dynamometer
  1. pijn & andere = vragenlijsten

+ virtual & augmented reality = toekomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

reproduceerbaarheid

A
  1. meetfouten
    - afh van testmethode
    - nauwkeurigheid bepalen door test-hertest
    - verschil opmerken als verschil>nauwkeurigheid
    - bij slechte meetinstrumenten = foute conlusies
    - soms noodzakelijk vb: vragenlijsten
  2. betrouwbaarheid
    - conistestie van metingen onder dezelfde omstandigheden
    - intra-tester-betrouwbaar = door dezelfde persoon
    - inter-tester-betrouwbaar = door meerdere personen
  3. interpretatie
    - niet wetenschappelijk
    - expert opion = laag op schaal
    - nodig in REVAKI: eindgevoel/palpaties, …
  4. validiteit
    - relevantie aan onderwerp van meting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

valspositief/negatief

A

valspositief = positief testen als negatief
valsnegatief = negatief testen als positief

  • sensiviteit
    = terecht posititieve / tot positieve
    = positief / positief + valspositief
    -> % dat juist positief wordt verklaard
  • specificiteit
    = terecht negatief / tot negatief
    = negatief / negatief + valsnegatief
    -> % dat juist negatief wordt verklaard

-> vaak is 1 test niet genoeg = reeks testen
vb: beelvorming x klinische testen
+ cluster van testen = geen 1 goede test vb: menisci

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

klinische richtlijnen

A

vorming van de richtlijnen op internationaal niveau

1) onderzoeken over hetzelfde onderwerp
2) synthematische review
= analyse & synthese van de onderzoeken
3) meta-analyse
= alle gegevens controleren & statischtische analyse uitvoeren
4) conclusies trekken voor bepaalde aandoeningen
= cochrane collaberation, belgisch centrum voor evidence based medicine
5) update van richtlijnen voor behandeling
= internationaal niveau
6) protocollen
= vertaling voor vakgebied
7) biopsychosociale nuances

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

zintuigelijke waarnemingen in de motoriek

A
  • proprioceptie
  • balans
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

proprioceptie

A

= positie zin
= kinesthese
= informatie over eigenlichaams delen

door:

  • spieren = spierspoelen
  • pezen = Golgi-pees-complex
  • gewrichtkapsel, lig, kraakbeen, disci & minisci
  • fascia & huid = pacini & ruffini-receptoren

informatie over:
- stand, beweging, tonus, gevoel van zwaarte, vermoeidheid/alertheid

-> proprioceptietraining mogelijk na gedeeltelijke immobilisatie = verlies van functie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

balans

A

= evenwicht
= geen verandering zonder toevoeging van krachen
-> zowel statisch als in beweging

door:
- ogen
- 3 halfcirkelvormige kanaaltjes rotsbeen oren = rotatie bewegingen
- ovale & ronde zakje = rechtlijnige translaties

-> rombergtest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly