bewegingsamplitudo Flashcards
Assen
- cranio-caudale as = boven/onder
- dorsoventrale as = voor/achter
- latero-laterale as = zijde/zijde
- frontaal/coronaal vlak = cephalocaudaal x laterolateraal
- transversaal vlak = dorsoventraal x laterolateraal
- parasagittal vlak = cephalocaudaal x dorsoventraal
gemiddelde beweginsamplitudo
= range of motion
= ROM
afh v verschillen
- osteologie
- artologie
- ligamentaire
- musculaire
-> verschillen van ROM = identificatie stoornissen/beperkingen
bewegingen heup
flexie sagittaal latero-lateraal 120
extensie sagittaal latero-lateraal 30
abductie frontaal dorso-ventraal 45
adductie frontaal dorso-ventraal 30
endorotatie (zit) transversaal cranio-caudaal 45
exorotatie (zit) transversaal cranio-caudaal 45
- bij extensie/flexie wordt veel beweging vanuit de onderrug gehaald
- vanuit de anatomische positie moet het contralaterale been een flexie/extensie doen om adductie toe te laten
- veel grotere endorotatie bij ruglig > zit, exorotatie geen invloed
bewegingen knie
flexie sagittaal latero-lateraal 135
extensie sagittaal latero-lateraal -10
endorotatie transversaal cranio-caudaal 10
exorotatie transversaal cranio-caudaal 10
- in knie is hyperextensie mogelijk
- endo/exorotatie in enkel mogelijk als de knie in flexie is
bewegingen enkel
plantaire flexie sagittaal latero-lateraal 50
dorsiflexie sagittaal latero-lateraal 20
inversie frontaal dorso-ventraal
eversie frontaal dorso-ventraal
- inversie = plantair flexie + supinatie + adductie
- eversie = dorsi flexie + pronatie + abductie
bewegingen voorvoet
flexie PIP sagittaal latero-lateraal 35
flexie DIP sagittaal latero-lateraal 60
flexie MTP frontaal latero-lateraal 40
extensie PIP sagittaal latero-lateraal 0
extensie DIP sagittaal latero-lateraal 30
extensie MTP frontaal latero-lateraal 40
—
flexie MTP1 frontaal latero-lateraal 45
extensie MTP1 frontaal latero-lateraal 90
bewegingen schouder
anteflexie sagittaal latero-lateraal 180
retroflexie sagittaal latero-lateraal 60
abductie frontaal dorso-ventraal 180
adductie frontaal dorso-ventraal 75
endorotatie transversaal cranio-caudaal 80
exorotatie transversaal cranio-caudaal 80
Hor. Abductie transversaal cranio-caudaal. 130
Hor. Adductie transversaal cranio-caudaal 30
–> bewegingen zijn samengestelde bewegingen:
glenohumeraal x scapulothoracaal
gesloten gewegingen schouderblad
bewegingen elleboog
flexie sagittaal latero-lateraal 150
extensie sagittaal latero-lateraal -10
pronatie transversaal cranio-caudaal 90
supinatie frontaal cranio-caudaal 90
- hyperextensie in de elleboog is mogelijk
-> supinatie/pronatie = enkel in flexie, anders schouder
bewegingen pols
flexie sagittaal latero-lateraal 80
extensie sagittaal latero-lateraal 80
ulnaire deviatie frontaal dorso-ventraal 40
radiale deviatie frontaal dorso-ventraal 20
bewegingen vingers
flexie sagittaal latero-lateraal 90, 100 PIP
extensie sagittaal latero-lateraal 0
abductie frontaal latero-lateraal /
adductie frontaal latero-lateraal /
+ oppositie
bewegingen nek
nek flexie sagittaal latero-lateraal 50
extensie sagittaal latero-lateraal 60
rotatie transversaal cranio-caudaal 80
lateroflexie frontaal dorso-ventraal 45
bewegingen romp
flexie sagittaal latero-lateraal 80
extensie sagittaal latero-lateraal 25
rotatie transversaal cranio-caudaal 45
lateroflexie frontaal dorso-ventraal 35
= geisoleerde rugbeweging
gesloten gewegingen schouderblad
- retractie/protractie (adductie/abductie)
- depressie/elevatie
- exorotatie/endorotatie (opwaars/neerwaartse rotatie)
beweginsmodaliteiten
actief = patiënt beweegt gewricht zelfstandig
-> met weerstand = tegen gewicht, rekkers, therapeut, …
passief = therapeut beweegt gewricht zelstandig
activo-passief = patiënt beweegt gewricht zelfstandig met een ander deel van zijn lichaam
beweginsbanen
ROM
- proximale baan = eindbaan
- middenbaan
- distale baan = beginbaan